2
Veiligheidsvoorschriften
2.1
Algemeen geldende veiligheidsvoor-
schriften
Neem de volgende algemene veiligheidsvoorschriften in
acht bij de installatie en bediening van het systeem:
– Draag tijdens alle werkzaamheden aan het aggregaat
de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen.
– Voor het afnemen van de kap dient het apparaat min-
stens tien minuten af te koelen, zodat u zich niet
brandt aan hete oppervlakken.
– Breng geen wijzigingen aan het koelaggregaat aan,
die niet in de montage- of bedieningshandleiding zijn
beschreven.
– De producten mogen uitsluitend met de door Rittal
aangegeven systeemtoebehoren worden gecombi-
neerd en gebruikt.
– Neem naast deze algemene veiligheidsvoorschriften
ook altijd de specifieke veiligheidsvoorschriften in acht
bij het uitvoeren van de in de volgende hoofdstukken
beschreven werkzaamheden.
2.2
Veiligheidsvoorschriften voor transport
– Neem het maximaal toegestane tilgewicht voor perso-
nen in acht. Gebruik indien nodig een hijsvoorziening.
– Koelaggregaten moeten staand worden getranspor-
teerd en moeten tegen kantelen worden beveiligd.
– Bij het transport van al aan de kast gemonteerde ag-
gregaten dienen transportbeveiligingen te worden ge-
bruikt (bijv. een constructie van kanthout of planken).
Deze beveiligingen ondersteunen het koelaggregaat
en voorkomen dat het aggregaat kan vallen indien er
tegenaan wordt gestoten.
– Gebruik een pallet die groot genoeg is om kanteling tot
het minimum te beperken.
– Sluit de deur en houd deze tijdens transport gesloten,
indien het koelaggregaat aan een deur werd gemon-
teerd.
2.3
Veiligheidsvoorschriften voor montage
– Tijdens de montage bestaat het gevaar dat het koe-
laggregaat uit de montageuitsparing valt.
– Het aggregaat mag uitsluitend in droge toestand wor-
den gemonteerd en ingeschakeld.
2.4
Veiligheidsvoorschriften voor installatie
– Neem de voor de elektrische installatie geldende voor-
schriften van het land waar u het koelaggregaat gaat
installeren en gebruiken alsmede de nationale voor-
schriften met betrekking tot ongevallenpreventie in
acht. Neem bovendien de bedrijfsvoorschriften, zoals
arbeids-, bedrijfs- en veiligheidsvoorschriften, in acht.
– Neem de aansluitvoorschriften van het desbetreffende
energiebedrijf in acht. Anders bestaat bij een onjuiste
of defecte aansluiting van het apparaat een risico op
letsel door een elektrische schok.
Rittal Koelaggregaat
2 Veiligheidsvoorschriften
– De aansluitkabel mag niet te ver worden gestript, om-
dat anders de toelaatbare lucht- en kruipwegafstand
vanaf het aansluitpunt niet in acht wordt genomen.
– Het koelaggregaat wordt aangesloten met een volle-
dig geïsoleerde connector. Overspannings category III
(IEC 61058).
– Pin 4 van de signaalconnector mag niet worden ge-
bruikt. Anders kan de toelaatbare lucht- en kruipweg-
afstand tussen alarmrelais en deurcontactaansluitin-
gen niet in acht worden genomen.
2.5
Veiligheidsvoorschriften voor bediening
– De bedrijfszekerheid van het koelaggregaat is uitslui-
tend bij voorgeschreven gebruik gegarandeerd. De in
de technische gegevens aangegeven grenswaarden
mogen niet worden overschreden. Dit geldt met name
voor de aangegeven omgevingstemperatuur en de IP-
beschermklasse.
– Bediening van het koelaggregaat bij direct contact met
water, agressieve stoffen of ontvlambare gassen en
dampen is verboden.
2.6
Veiligheidsvoorschriften voor onder-
houd
– De reiniging van het aggregaat mag uitsluitend door
hiervoor opgeleide technici worden uitgevoerd. Voor-
dat het aggregaat wordt gereinigd moet deze span-
ningsvrij worden geschakeld.
– Gebruik geen brandbare vloeistoffen voor het reinigen.
2.7
Bedienings- en vakpersoneel
– Montage, Installatie, inbedrijfstelling, onderhoud en re-
paratie van dit koelaggregaat mag uitsluitend worden
uitgevoerd door gekwalificeerde vaklieden.
– Het koelaggregaat mag tijdens het bedrijf uitsluitend
worden bediend door een persoon die hiertoe is geïn-
strueerd.
– Kinderen en personen met een cognitieve of motori-
sche beperking mogen het apparaat niet bedienen,
onderhouden, reinigen of als speeltoestel gebruiken.
2.8
Resterend gevaar bij gebruik van het
koelaggregaat
Bij de montage van het koelaggregaat (zie paragraaf 5
"Installatie") bestaat het gevaar dat het zwaartepunt van
de kast ongunstig ligt en de kast als geheel kantelt.
Schroef in deze gevallen de kast uit veiligheidsoverwe-
gingen altijd vast aan de vloer.
Wordt de luchtingang of -uitgang van het koelaggregaat
aangepast, dan bestaat het risico op luchtkortsluiting en
een onvoldoende klimatisering.
Zorg ervoor dat de elektronische componenten in de
kast conform paragraaf 5.3.1 "Aanwijzingen bij de
montage" zijn gemonteerd.
Gebruik eventueel toepasselijke componenten voor
luchtomleiding.
NL
5