Inhoudsopgave
Advertenties
7 Bediening
Filtermat > Filterreferentie
NL
Hier kan het koelaggregaat continu op de werking met
filtermatten worden ingesteld.
Werd het aggregaat ingesteld op een werking met filter-
matten, dan kan de verschenen systeemmelding "Filter
vervangen" worden gereset door op het pictogram
"Nieuwe filtermat" te klikken.
Opmerking:
Daarnaast verdwijnt de melding automatisch
zodra het aggregaat door toepassing van
een nieuwe filtermat een verbeterde lucht-
doorvoer in het externe circuit herkent. Een
beoordeling van de luchtdoorvoer vindt al-
leen plaats bij toepassing van het compres-
siesysteem bij een constant toerental en
duurt enkele minuten.
Filtermat > Alarm tolerantie
Hier kan de alarm tolerantie in vijf standen worden inge-
steld of kan de filtermatbewaking worden gedeacti-
veerd. Bij het overschrijden van de ingestelde alarmtole-
rantie verschijnt de systeemcode "A03" op het display.
Voorbeeld:
– Instelwaarde: 35 °C (95 °F)
– Buitentemperatuur: 20 °C (68 °F)
Wordt de stand alarm tolerantie "gemiddeld" geselec-
teerd, dan wordt een beïnvloeding van de luchtdoorvoer
in het externe circuit van circa 35 % getolereerd, voordat
de systeemmelding "Filter vervangen" op het display
verschijnt.
Opmerking:
Hoe krachtiger de luchtdoorvoer in het exter-
ne circuit wordt beïnvloed, des te geringer
zijn het maximale koelvermogen en de ener-
gie-efficiëntie van het koelaggregaat.
De volgende afbeelding toont een voorbeeld van het ver-
loop van het koelvermogen in relatie tot de luchtdoor-
voer in het externe circuit alsmede de alarmdrempel
(afb. 55).
55
45
35
25
15
5
zeer klein
klein
Abb. 55: Voorbeeld verloop van het koelvermogen
32
gemiddeld
groot
zeer groot
Filtertolerantiestand
Opmerking:
– Wordt de filtermatbewaking gedeactiveerd
(stand "deactiveren"), dan kan aansluitend
toch een filtertolerantiestand worden gese-
lecteerd. Bij overschrijding van de drempel-
waarde wordt dan systeemcode "A21" in
plaats van "A03" op het display getoond.
– Wordt de filtermatbewaking gedeactiveerd
en wordt er aansluitend geen filtertoleran-
tiestand geselecteerd, dan verschijnt er
geen systeemmelding.
Optische weergave
Hier kan worden ingesteld in welke kleur de optische
weergave moet worden getoond in de normale toestand
van het aggregaat. U kunt kiezen uit de kleuren wit (fa-
brieksinstelling), roze, groen en blauw of de optische
weergave voor de normale toestand uitschakelen.
PIN-code wijzigen
Hier kan de PIN-code van het aggregaat, die door de fa-
briek is ingesteld op "22", worden gewijzigd in een waar-
de tussen "00" en "99".
Opmerking:
Om de PIN-code van het aggregaat opnieuw
te wijzigen, moet altijd eerst de actueel opge-
slagen PIN-code worden ingevoerd.
"Rittal Smart Service" en "IoT-interface"
In het gedeelte "Configuratie" kunt u behalve de feitelijke
aggregaatconfigurate ook de verbinding met Rittal
Smart Service configureren of IP-informatie van een
aangesloten IoT-interface oproepen.
7.5.3
Technical Guide
In het gedeelte "Technical Guide" zijn basisbedrijfsgege-
vens en de actuele status van het koelaggregaat te be-
kijken.
Bedrijfsgegevens
– Gemiddelde efficiëntiewaarde (EER) over de afgelopen
24 bedrijfsuren.
65
– Minimale en maximale binnentemperatuur over de af-
70
gelopen 24 bedrijfsuren.
75
Software
80
Hier vindt u informatie over de geïnstalleerde software-
85
versies, het tijdstip van de laatste updates en of er een
90
update beschikbaar is.
95
Systeemmeldingen
100
Terwijl op het 7-segments display alleen een systeem-
code wordt getoond, kunt u hier de afgegeven systeem-
meldingen als tekst bekijken. Verder worden hier ook de
Rittal Koelaggregaat
Advertenties
Inhoudsopgave
