Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie; Veiligheidsvoorschriften; Vereisten Op De Installatieplaats; Uitvoering Montage - Rittal SK 3178800 Montage-, Installatie- En Bedieningshandleiding

Koelaggregaat
Inhoudsopgave

Advertenties

5

Installatie

5.1

Veiligheidsvoorschriften

– Werkzaamheden aan elektrische installaties of be-
drijfsmiddelen mogen uitsluitend volgens de elektro-
technische voorschriften worden uitgevoerd door een
elektricien of door geïnstrueerd personeel onder lei-
ding en toezicht van een elektricien.
– Het koelaggregaat mag pas na het lezen van deze in-
formatie door bovengenoemde personen worden
aangesloten!
– Er mogen uitsluitend tegen spanning geïsoleerde ge-
reedschappen worden gebruikt.
– Neem de aansluitvoorschriften van het desbetreffende
energiebedrijf in acht. Anders bestaat bij een onjuiste
of defecte aansluiting van het apparaat een risico op
letsel door een elektrische schok.
– Het koelaggregaat wordt aangesloten met een volle-
dig geïsoleerde connector. Overspannings category III
(IEC 61058-1).
– De aansluitkabel mag niet te ver worden gestript, om-
dat anders de toelaatbare lucht- en kruipwegafstand
vanaf het aansluitpunt niet in acht wordt genomen.
– Pin 4 van de signaalconnector mag niet worden ge-
bruikt. Anders kan de toelaatbare lucht- en kruipweg-
afstand tussen alarmrelais en deurcontactaansluitin-
gen niet in acht worden genomen.
– Het koelaggregaat is pas spanningsvrij wanneer het
van alle spanningsbronnen is gescheiden.
– Het aggregaat mag uitsluitend in droge toestand wor-
den gemonteerd en ingeschakeld.
Neem het maximaal toegestane tilgewicht voor perso-
nen in acht. Gebruik indien nodig een hijsvoorziening.
Tijdens de montage bestaat het gevaar dat het koe-
laggregaat uit de montageuitsparing valt.
Draag tijdens alle werkzaamheden aan het aggregaat
de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen.
Neem de voor de elektrische installatie geldende voor-
schriften van het land waar u het koelaggregaat gaat
installeren en gebruiken alsmede de nationale voor-
schriften met betrekking tot ongevallenpreventie in
acht. Neem bovendien de bedrijfsvoorschriften, zoals
arbeids-, bedrijfs- en veiligheidsvoorschriften, in acht.
De in de technische gegevens aangegeven grens-
waarden mogen niet worden overschreden. Dit geldt
met name voor de aangegeven omgevingstempera-
tuur en de IP-beschermklasse.
5.2

Vereisten op de installatieplaats

Neem bij de keuze van de installatieplaats voor de kast
de volgende aanwijzingen in acht:
– De standplaats en dus de plaatsing van het koelaggre-
gaat dient zodanig te worden gekozen dat een goede
be- en ontluchting is gewaarborgd (afstand tussen de
koelaggregaten onderling ten minste 200 mm, afstand
tot de wand zie afstand "y" in afb. 7 resp. tab. 2).
Rittal Koelaggregaat
– Het koelaggregaat dient met een maximale afwijking
van 2° loodrecht staand te worden geïnstalleerd en
gebruikt.
– De installatieplaats dient vrij van sterke verontreiniging,
agressieve atmosfeer en vocht te zijn.
– De omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn dan
60 °C.
– Er dient een condensafvoer te kunnen worden aange-
legd (zie paragraaf 5.3.6 "Condensafvoer aansluiten").
– De op het typeplaatje van het koelaggregaat vermelde
netaansluitgegevens dienen te zijn gewaarborgd.
Elektromagnetische beïnvloeding
– Storende elektrische installaties (hoogfrequent) moe-
ten worden vermeden.
– Signaalkabels dienen gescheiden van spanningsvoe-
rende kabels te worden gelegd.
5.3

Uitvoering montage

5.3.1

Aanwijzingen bij de montage

Controleer vóór de montage of de volgende gereed-
schappen klaarliggen:
– Binnenzeskantsleutel SW4
– Steeksleutel SW13
– Kruiskopschroevendraaier
Controleer vóór de montage of de kast aan alle kanten
is afgedicht (IP 54). Een ondichte kast heeft bij het la-
tere gebruik een hogere condensopbouw tot gevolg.
Monteer eventueel ook een deurschakelaar (bijv.
4127010) op de kast, die het koelaggregaat bij het
openen van de kastdeur uitschakelt en daardoor een
toegenomen vorming van condens voorkomt (zie
paragraaf 3.1.7 "Deurschakelaar").
Zorg ervoor dat de elektronische componenten in de
kast een gelijkmatige luchtcirculatie mogelijk maken.
Bepaal de afstand "x" (afb. 7) tot de elektronische
componenten en andere inbouwcomponenten zoda-
nig dat de vereiste luchtcirculatie niet wordt gehinderd
en daardoor belemmerd.
5 Installatie
13
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sk 3178801Sk 3179800Sk 3179801Sk 3180800Sk 3184800Sk 3184840

Inhoudsopgave