AUTO DIMMING
(Automatisch dimmen)*
1
AUTO BRIGHTNESS
(Automatische helderheid)
Alleen ingangen DisplayPort1,
DisplayPort2, MP, OPTION*
3
BACKLIGHT DIMMING
(Achtergrondverlichting
dimmen)
(Niet beschikbaar)
ROOM LIGHT
SENSING (Sensor voor
kamerverlichting)
HUMAN SENSING
(Persoonsdetectie)*
2
DISABLE (Uitschakelen) Geen persoonsdetectie.
AUTO OFF
(Automatisch uit)
CUSTOM
(Aangepast)
POWER INDICATOR
(Stroomindicator)
POWER INDICATOR
(Stroomindicator)
SCHEDULE INDICATOR
(Schema-indicator)
NETWORK FUNCTIONS
(NETWERKFUNCTIES)
*1: Als [SPECTRAVIEW ENGINE] staat ingeschakeld, is deze functie grijs weergegeven.
*2: De functie is alleen beschikbaar wanneer er verbinding is met de optionele sensoreenheid.
*3: Als u [OPTION] (Optie) voor signaalinvoer selecteert, is deze functie afhankelijk van welke optionele kaart u gebruikt.
Past de achtergrondverlichting van de lcd-monitor automatisch aan op basis van het niveau van de kamerverlichting.
Hiermee stelt u de helderheid van het beeld in verhouding tot het ingangssignaal in.
OPMERKING: Selecteer deze functie niet wanneer [ROOM LIGHT SENSING] (Sensor voor kamerverlichting) de waarde
[MODE1] (Modus1) of [MODE2] (Modus2) heeft.
De achtergrondverlichting van het lcd-scherm kan worden aangepast afhankelijk van de hoeveelheid kamerlicht in de
ruimte. Als de kamer licht is, produceert de monitor een vergelijkbare hoeveelheid meer licht. Als de kamer donker is,
geeft de monitor minder licht. Het doel van deze functie is om het kijken naar de monitor meer comfortabel voor het oog
te maken in verschillende verlichtingssituaties.
OPMERKING: wanneer [ROOM LIGHT SENSING] (Sensor voor kamerverlichting) is ingesteld, worden [BACKLIGHT]
(Achtergrondverlichting), [AUTO BRIGHTNESS] (Automatische helderheid) en [BACKLIGHT] (Achtergrondverlichting) in
de functie [SCREEN SAVER] (Schermbeveiliging) uitgeschakeld.
Bedek de sensor voor de kamerverlichting niet wanneer u [MODE1] (Modus1) of [MODE2] (Modus2) gebruikt.
Parameterinstelling van AMBIENT (Kamerverlichting)
[ROOM LIGHT SENSING] (Sensor voor kamerverlichting) in OSD: selecteer [MODE1] (Modus 1) of [MODE2] (Modus 2)
en stel [MAX LIMIT] (Max. limiet), [IN BRIGHT] (In helderheid) en [IN DARK] (In donker) in elke modus in.
MAX LIMIT (Max. limiet): Dit is het maximale niveau achtergrondverlichting dat u kunt instellen.
IN BRIGHT (In helderheid): Dit is het niveau van de achtergrondverlichting dat door de monitor wordt gekozen wanneer
de kamer sterk verlicht is.
IN DARK (In donker): Dit is het niveau van de achtergrondverlichting dat door de monitor wordt gekozen wanneer de
kamer slecht verlicht is.
Wanneer de functie [ROOM LIGHT SENSING] (Sensor voor kamerverlichting) is ingeschakeld, wordt het niveau van de
achtergrondverlichting van het scherm aangepast aan de lichtcondities van de kamer (zie onderstaande illustratie).
Niveau van de [BACKLIGHT]
(Achtergrondverlichting)
dat voor gebruik door de
monitor is ingesteld bij weinig
kamerlicht.
IN DARK (In donker) IN BRIGHT (In helderheid)
donker
MAX LIMIT (Max. limiet): Niveau [BACKLIGHT] (Achtergrondverlichting) is beperkt tot het niveau dat u hebt ingesteld.
IN DARK (In donker): Niveau van de [BACKLIGHT] (Achtergrondverlichting) dat voor gebruik door de monitor is
ingesteld bij weinig kamerlicht.
IN BRIGHT (In helderheid): Niveau van de [BACKLIGHT] (Achtergrondverlichting) dat voor gebruik door de monitor is
ingesteld bij veel kamerlicht.
De functie [HUMAN SENSING] (Persoonsdetectie) heeft drie instellingen.
OPMERKING: [POWER SAVE] (Stroom besparen) wordt uitgeschakeld wanneer [AUTO OFF] (Automatisch uit) of
[CUSTOM] (Aangepast) is geselecteerd in [HUMAN SENSING] (Persoonsdetectie).
[HUMAN SENSING] (Menselijke sensor) wordt vrijgegeven als [INPUT DETECT] (Ingangsdetectie) is ingesteld terwijl
[HUMAN SENSING] actief is.
Op dit moment worden [BACKLIGHT] (Achtergrondverlichting) en [VOLUME] (Volume) automatisch op [OFF] (Uit) gezet
wanneer geen personen worden gedetecteerd. Wanneer er weer een persoon in de buurt van de monitor verschijnt,
keert de monitor terug naar de normale stand.
[BACKLIGHT] en [VOLUME] worden automatisch overgeschakeld naar de ingestelde waarde wanneer geen personen
worden gedetecteerd. Wanneer zich weer een persoon in de nabijheid van de monitor begeeft, wordt de monitor
automatisch teruggeschakeld naar de normale modus en wordt het ingangssignaal weergegeven dat is geselecteerd bij
[INPUT SELECT] (Ingang selecteren).
Hiermee wordt de led in- of uitgeschakeld. Als [OFF] (UIT) is geselecteerd, zal de led niet oplichten wanneer de monitor
in de actieve modus is.
Hiermee wordt de led in- of uitgeschakeld, afhankelijk van een schema-activiteit die is ingesteld bij [SCHEDULE
SETTINGS] (Schema-instellingen). Als [OFF] (UIT) is geselecteerd, zal de led niet oplichten, ook niet als een schema in
de actieve modus is.
Het netwerkonderdeel voor deze monitorfuncties afzonderlijk in- of uitschakelen:
DISPLAY: Hiermee wordt de netwerkfunctie voor het op afstand bedienen van de monitor in- of uitgeschakeld.
Wanneer dit is uitgeschakeld, werken deze functies niet: External Control (Externe bediening), [MAIL], Daisy chain-
functies, HTTP-server, [SNMP], [CRESTRON], [AMX], [PJLink].
OPMERKING: Als u [DISPLAY] uitschakelt. is de monitorbediening in een in serie-configuratie niet beschikbaar. Houd
rekening met de impact in multi-monitor-installaties alvorens deze functie uit te schakelen.
COMPUTE MODULE (REKENMODULE): Hiermee wordt alleen de netwerkfunctie voor de Rekenmodule Interface
Board in- of uitgeschakeld.
MEDIA PLAYER (MEDIASPELER): Hiermee wordt alleen de netwerkfunctie voor de Mediaspeler in- of uitgeschakeld.
Indien uitgeschakeld ontbreken de volgende functies: [SHARED FOLDER SETTINGS] (Instellingen gedeelde map) en
[SHARED SD CARD SETTINGS] (Instellingen gedeelde geluidskaart).
Onder [APPLY] (TOEPASSEN) markeert u [YES] (JA), druk dan op [SET] (INSTELLEN) om uw selectie op te slaan.
Als u niet op [SET] (INSTELLEN) drukt als [YES] (JA) is gemarkeerd, worden uw selecties niet opgeslagen.
OPMERKING: Om een firmareversie-update via het netwerk uit te voeren, moeten [DISPLAY] en [MEDIA PLAYER]
(MEDIASPELER) zijn ingeschakeld.
Fabrieksinstelling
kamerlicht
licht
Waarde schermachtergrondverlichting in [MODE1] (Modus1)
Waarde schermachtergrondverlichting in [MODE2] (Modus2)
Nederlands-42
Bereik van de [BACKLIGHT] (Achtergrondverlichting)
Bereik van de [BACKLIGHT] (Achtergrondverlichting)
bij de instelling MAX LIMIT (Max. limiet).
Niveau van de [BACKLIGHT] (Achtergrondverlichting)
dat voor gebruik door de monitor is ingesteld bij veel
kamerlicht.