Installatie
1. De installatielocatie bepalen
LET OP
•
De installatie van de monitor moet door een bevoegde
technicus worden uitgevoerd. Neem contact op met uw
leverancier voor meer informatie.
•
HET VERPLAATSEN OF INSTALLEREN VAN DE
MONITOR MOET MET TWEE OF MEER MENSEN
WORDEN GEDAAN. Als deze veiligheidsmaatregel niet
in acht wordt genomen, kan dit leiden tot persoonlijk letsel
wanneer de monitor valt.
•
Monteer of gebruik de monitor niet ondersteboven.
OPMERKING: Deze monitor heeft interne
temperatuursensors and koelventilatoren,
inclusief een ventilator voor de optionele
kaart.
Als de monitor te warm wordt, worden de
koelventilatoren automatisch ingeschakeld.
De ventilator van de optionele kaart
wordt geactiveerd voor het koelen van de
optionele kaart, ook al is de temperatuur
lager dan de normale bedrijfstemperatuur.
Als de monitor oververhit raakt terwijl de
koelventilator draait, verschijnt er een
waarschuwingsmelding op het scherm.
Stop met het gebruiken van de unit en
sluit de stroom af als deze waarschuwing
wordt weergegeven, zodat de monitor kan
afkoelen. Als de koelventilatoren worden
gebruikt, is de kans op voortijdige uitval van
de unit, verslechtering van het beeld en
"inbranding van het beeld" kleiner.
LET OP: Als de monitor wordt gebruikt in een behuizing
of met een beschermende folie op het
beeldoppervlak, moet u de binnentemperatuur
controleren door de instelling [HEAT STATUS]
(Verhittingsstatus) in het OSD te bekijken
(zie
pagina
40). Als de temperatuur hoger is
dan de normale bedrijfstemperatuur, moet u
de koelventilator op [ON] zetten in het menu
[FAN CONTROL] (Ventilatiecontrole) van het
OSD (zie
pagina
BELANGRIJK! Leg altijd een zachte doek onder de monitor
voordat u deze met de voorkant op de tafel
plaatst: bijvoorbeeld een deken die groter
is dan het oppervlak van de monitor. Dit om
te voorkomen dat er krassen op het LCD-
scherm komen.
40).
Nederlands-14
2. De batterijen voor de afstandsbediening
plaatsen
De afstandsbediening wordt met twee AAA-batterijen van
1,5 Volt van stroom voorzien.
Plaats of vervang de batterijen als volgt:
1. Druk op het klepje en schuif het open.
2. Plaats de batterijen. De tekens (+) en (-) in het
compartiment geven aan in welke richting u de batterijen
moet plaatsen.
3. Plaats het klepje terug.
LET OP: Als u de batterijen niet op de juiste manier
gebruikt, kan dit leiden tot lekkages of barsten.
NEC raadt aan de batterijen als volgt te gebruiken:
•
Let er bij het plaatsen van batterijen van AAA-formaat
altijd goed op dat de tekens (+) en (-) van de batterijen
overeenkomen met de tekens (+) en (-) van het
compartiment voor de batterijen.
•
Gebruik niet tegelijkertijd verschillende merken batterijen.
•
Gebruik niet tegelijkertijd nieuwe en oude batterijen.
Daardoor krijgen de batterijen een kortere levensduur of
gaan de batterijen lekken.
•
Verwijder lege batterijen onmiddellijk om te voorkomen
dat er accuzuur in het compartiment gaat lekken.
•
Raak geen uitgelekt accuzuur aan. Deze vloeistof kan de
huid beschadigen.
OPMERKING: Verwijder de batterijen als u de
afstandsbediening voor langere tijd niet
gebruikt.
3. Externe apparatuur aansluiten
(zie
pagina
16,
pagina 17
•
Bescherm externe apparatuur door de
hoofdstroomvoorziening uit te schakelen voordat u
apparatuur aansluit.
•
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw apparatuur
voor meer informatie.
OPMERKING: Verwijder/sluit geen kabels aan terwijl u de
monitor of andere externe apparaten aanzet
omdat dit kan leiden tot beeldverlies.
en
pagina
18)