452237.66.39 · 02/2018 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP SI 50 A R - WWP S 70 IDR
9 Reiniging / onderhoud
9
Reiniging / onderhoud
9.1
Onderhoud
Om storingen door opeenhoping van vuil in de warmtewisselaars te voorkomen, moet
ervoor worden gezorgd dat er geen vuil in de warmtebron- en verwarmingsinstallatie
terecht kan komen. Indien er zich toch dergelijke bedrijfsstoringen voordoen, moet de
installatie worden gereinigd, zoals hieronder beschreven wordt.
9.2
Reiniging verwarmingskant
Vooral bij het gebruik van stalen componenten kan zuurstof in de verwarmingswater-
kringloop oxidatieproducten (roest) veroorzaken. De roest komt via ventielen, circulatie-
pompen of kunststof buizen in het verwarmingssysteem terecht. Daarom dient er vooral
bij de buizen van de vloerverwarming op een diffusiedichte installatie te worden gelet.
Opmerking
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (bijv. roest) wordt
aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming te gebruiken.
Ook resten van smeer- en afdichtingsmiddelen kunnen het warme water vervuilen.
Indien de vervuiling zo groot is dat het de prestaties van de condensor in de warmte-
pomp belemmert, moet een installateur de installatie reinigen.
Volgens de huidige stand van kennis adviseren wij om te reinigen met een fosforzuur
van 5% of, indien er vaker moet worden gereinigd, met een mierenzuur van 5%.
In beide gevallen moet de reinigingsvloeistof op ruimtetemperatuur zijn. Het is raad-
zaam de warmtewisselaar tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen, dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de kringloop van de verwar-
mingsinstallatie terechtkomt, raden wij aan, het spoelapparaat direct op vertrek en te-
rugloop van de condensor van de warmtepomp aan te sluiten.
Daarna moet er met geschikte, neutraliserende middelen nogmaals grondig gespoeld
worden, zodat beschadigingen door eventueel in het systeem achtergebleven resten
van een reinigingsmiddel worden voorkomen.
De zuren moeten voorzichtig worden gebruikt en de desbetreffende voorschriften moe-
ten in acht genomen worden.
De informatie van de fabrikant van het reinigingsmiddel moet in ieder geval in acht wor-
den genomen.
9.3
Reiniging aan de kant van de warmtebron
OPGELET
OPGELET
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet de bijgevoegde vuilzeef worden
gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te beschermen.
Een dag na de inbedrijfstelling moet de vuilzeef van de filter gereinigd worden. Verdere
controles moeten afhankelijk van de mate van vervuiling worden bepaald. Is er geen
vervuiling meer zichtbaar, dan kan de zeef van de vuilzeef worden gedemonteerd, om
het drukverlies te reduceren.
23