452237.66.39 · 02/2018 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP SI 50 A R - WWP S 70 IDR
8 Inbedrijfstelling
8
Inbedrijfstelling
8.1
Algemeen
Voor een inbedrijfstelling volgens de voorschriften dient deze door een door de fabriek
bevoegde klantendienst (Weishaupt-technicus) uitgevoerd te worden. Onder be-
paalde voorwaarden is daarmee een extra garantie verbonden. De inbedrijfstelling
moet in de verwarmingsmodus gebeuren.
8.2
Voorbereiding
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling dienen de volgende punten gecontroleerd te wor-
den:
Alle aansluitingen van de warmtepomp dienen gemonteerd te zijn zoals beschreven
in hoofdstuk 7.
De warmtebroninstallatie en de verwarmingskring moeten gevuld en gecontroleerd
zijn.
De vuilzeef in de glycolwaterkring moet ingebouwd zijn.
In de glycolwater- en verwarmingskring moeten alle afsluiters, die de correcte
stroom zouden kunnen belemmeren, zijn geopend.
De warmtepompmanager moet volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing op de
verwarmingsinstallatie zijn afgestemd.
De gemonteerde bouwgroep van het vier-weg-omschakelventiel moet na het einde
van de installatie door de klant voldoende geïsoleerd worden.
8.3
Werkwijze
De inbedrijfstelling van de warmtepomp verloopt via de warmtepompmanager.
OPGELET
OPGELET
De inbedrijfstelling gebeurt conform de montage- en gebruiksaanwijzing van de
warmtepompmanager.
22