Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting Van Elektronisch Geregelde Circulatiepompen - Weishaupt WWP SI 50 A R Montage- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

452237.66.39 · 02/2018 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP SI 50 A R - WWP S 70 IDR
7 Montage
5. De contactor (K21) voor de flensverwarming (E9) in de boiler moet bij de
capaciteit van de radiator passen en ter plaatse geïnstalleerd worden. De
besturing (230 V AC) vindt plaats vanuit de WPM via de klemmen X2/N en contact
N1/J16-NO10.
6. De contactors uit punten 3;4;5 worden in de stroomdistributie geïntegreerd.
Voedingskabels voor ingebouwde radiatoren moet volgens de geldende normen
en voorschriften geïnstalleerd en beveiligd worden.
7. Alle geïnstalleerde elektrische leidingen moeten als duurzame en stevige bedra-
ding uitgevoerd zijn.
8. De verwarmingscirculatiepomp (M13) wordt via het contact N1-J13/NO5 aange-
stuurd. Aansluitpunten voor de pomp zijn koppelrelais KM13/14 en X2/N.
9. De additionele circulatiepomp (M16) wordt via het contact N1-J16/NO9 aange-
stuurd. Aansluitpunten voor de pomp zijn koppelrelais KM16/14 en X2/N.
10. De warmwaterlaadpomp (M18) wordt via het contact N1-J13/NO6 aangestuurd.
Aansluitpunten voor de pomp zijn koppelrelais KM18/14 en X2/N.
11. De glycolwaterpomp (M11) wordt via het contact koelkringregelaar N0/J18-Out3
aangestuurd. Een koppelrelais is in deze uitgang al geïntegreerd. Wordt er een
andere bronpomp gebruikt, dan moet de motorveiligheidsschakelaar ter plaatse
gecontroleerd en evt. vervangen worden.
12. De buitenvoeler (R1) wordt aan de klemmen X3/GND en regelaar N1-J2/U1 vast-
geklemd.
13. De warmwatervoeler (R3) is bijgevoegd bij de boiler en wordt aan de klemmen X3/
GND en regelaar N1-J2/ U3 vastgeklemd.
14. De stekkerleiding (resp. de stekker) van het hydraulische vier-weg-omschakelven-
tiel moet met de in de achterwand "bovenaan" vast gemonteerde stekkerbus van
het toestel verbonden worden.
Alle leidingen moeten van achteren in het toestel ingebracht en met kabelbinders aan
de schakelkast bevestigd worden. Verder moeten ze met de snoerontlasting beveiligd
worden.

7.6.3 Aansluiting van elektronisch geregelde circulatiepompen

Elektronisch geregelde circulatiepompen hebben hoge aanloopstromen die eventueel
de levensduur van de warmtepompmanager kunnen verkorten. Om deze reden is tus-
sen de uitgang van de warmtepompmanager en de elektronisch geregelde circulatie-
pomp een koppelrelais geïnstalleerd of dient dit nog te gebeuren. Dit is niet noodzake-
lijk als de toegestane bedrijfsstroom van 2 A en een maximale aanloopstroom van 12 A
van de elektronisch geregelde circulatiepomp niet wordt overschreden, of er een uit-
drukkelijke vrijgave van de producent van de pomp aanwezig is.
OPGELET
OPGELET
Het is niet toegestaan via een relaisuitgang meer dan een elektronisch geregelde
circulatiepomp te schakelen.
21

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wwp s 70 idr

Inhoudsopgave