Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal, zoals glanzend
papier of fotopapier
Met de optimalisatiefunctie in de printerdriver kunt u afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
zoals transparanten, etiketten, zwaar papier, glanzend papier, fotopapier en kaarten.
1. Plaats afdrukmateriaal in de invoerlade. Controleer of de bovenste rand van het
2. Stel de materiaalgeleiders in op de breedte van het papier.
3. Open een document in een programma zoals Microsoft Word.
4. Selecteer de afdruktaak. In de meeste programma's klikt u op Afdrukken in het menu
5. Klik op Eigenschappen in het dialoogvenster Afdrukken.
6. Selecteer een van de volgende typen afdrukmateriaal op het tabblad Papier of Kwaliteit:
7. Druk het document af. Verwijder het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken uit het
NLWW
afdrukmateriaal naar voren is gericht en de afdrukzijde (ruwe zijde bij transparanten)
naar boven.
Bestand. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.
●
Gewoon papier
●
Voorbedrukt
●
Briefhoofd
●
Transparant
●
Geperforeerd
●
Etiketten
●
Bankpost
●
Kringlooppapier
●
Kleur
●
HP Tough-papier
●
Envelop
●
Licht 60-74 g/m
2
●
Zwaar papier 91-105 g/m
●
Kaarten 106-176 g/m
●
Licht glanzend 75-105 g/m
●
Glanzend 106-120 g/m
●
Zwaar glanzend 121-163 g/m
●
HP Premium-omslagpapier 200 g/m
●
HP Premium Plus-fotopapier 220 g/m
apparaat om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken. Plaats de afgedrukte
pagina's op een glad oppervlak.
In de HP-werkset kunt u ook het type afdrukmateriaal selecteren en configureren. Klik
op HP-werkset en vervolgens op Apparaatinstellingen. Klik op de tab
Systeeminstellingen en open vervolgens de pagina Afdrukmodi om deze typen
afdrukmateriaal te configureren. Breng de vereiste wijzigingen aan en klik vervolgens op
Toepassen om deze wijzigingen op te slaan.
Als u eerst één vel briefhoofdpapier wilt afdrukken, gevolgd door een document van
meerdere pagina's, plaatst u één vel briefhoofdpapier in lade 1. Nadat het
briefhoofdpapier is afgedrukt, wordt u gevraagd papier te plaatsen. Plaats papier voor de
rest van het document.
2
2
2
2
2
2
2
Afdrukprocedures
75