●
●
Houd u aan de genoemde richtlijnen om papierstoringen of beschadiging van het apparaat
VOORZICHTIG
te voorkomen.
Problemen met het afdrukmateriaal oplossen
De volgende problemen met papier veroorzaken afwijkingen van de afdrukkwaliteit,
papierstoringen of zelfs beschadiging van het apparaat.
Probleem
Slechte afdrukkwaliteit of toner
hecht niet goed
Weggevallen gedeelten,
vastlopen of krullen
Sterke krulling
Vastlopen, beschadiging van
het apparaat
126
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Gebruik geen briefhoofdpapier met reliëfdruk.
De toner wordt op het papier aangebracht onder invloed van hitte en een verhoogde
druk. Controleer of voor gekleurd papier of voorbedrukte formulieren gebruik wordt
gemaakt van inkt die geschikt is voor deze fusertemperatuur (210 C gedurende
0,2 seconde).
Oorzaak
Het papier is te vochtig, te ruw,
te zwaar of te glad, of het
betreft reliëfpapier of een
slechte partij papier.
Het papier is niet op de juiste
wijze geplaatst.
De zijden van het papier wijken
af ten opzichte van elkaar.
Het papier is te vochtig, heeft
de verkeerde vezelrichting of
een korte vezelconstructie.
De zijden van het papier wijken
ten opzichte van elkaar af.
Het papier heeft uitsparingen of
perforaties.
Oplossing
Controleer of het juiste
afdrukmateriaal is geselecteerd
in de printerdriver.
Probeer een andere
papiersoort, tussen 100 en 250
Sheffield, met een vochtgehalte
van 4 tot 6%.
Bewaar het papier plat in het
vochtwerende
verpakkingsmateriaal.
Keer het papier om.
Controleer of het juiste
afdrukmateriaal is geselecteerd
in de printerdriver.
Probeer opnieuw af te drukken
op materiaal uit een nieuwe of
andere verpakking.
Gebruik papier met een lange
korrel.
Keer het papier om.
Gebruik papier zonder
uitsparingen of perforaties.
NLWW