6.8 Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elk
apparaat aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van
natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van instelling (enkel indien de
weegschaal niet eerder op fabriek op de plaats van instelling wordt gejusteerd). Een
dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste ingebruikname, na elke
wijziging van lokalisatie als ook bij schommelingen van de omgevingtemperatuur. Om
precieze meetwaarden te bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de
weegschaal ook in weegmodus te justeren.
6.9 Justeren
Met behulp van ingebouwd kalibratiegewicht kan men op elk moment de
weegschaaljuistheid controleren en instellen.
Handelingen tijdens justeren:
Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Vereiste opwarmingstijd
verzekeren (zie hoofdstuk 1) voor stabilisatie. Justeren enkel bij horizontale positie
van de weegschaal uitvoeren (vaste plaatsing op alle 4 wielen):
De toets UNIT drukken en gedrukt houden totdat op display
het blinkende precieze kalibratiegewicht, en vervolgens het
symbool "Load" verschijnt.
Het kalibratiegewicht in het midden van het
weegschaalplateau stellen.
De toets UNIT drukken.
Even later wordt de waarde van het kalibratiegewicht
gestabiliseerd.
Het kalibratiegewicht afnemen, de weegschaal wordt
automatisch in de weegmodus omgeschakeld.
Het kalibratiegewicht bij de weegschaal bewaren. Bij toepassing met groot
kwaliteitbelang wordt het aanbevolen om dagelijks de nauwkeurigheid van de
weegschaal te controleren.
12
100 kg
CAL
lb
kg
LQAD
lb
kg
10z0
lb
kg
10z0
lb
kg
VOB-BA-nl-0711