Minimale gasdebietregeling
Hoofdschakelaar in positie 0.
De minimale gasdrukinstelling (laaglast) is
i
alleen nodig als de brander vaak uitgaat
wanneer het waterdebiet verminderd
wordt.
B Stel de temperatuurregelaar (Afb. 16, pos. 2) in op
55°C.
B Druk op de branderstatus-LED (Afb. 16, pos. 4) en
zet de hoofdschakelaar (Afb. 16, pos. 3) in positie I.
Het toestel is in laaglast-bedrijf en de branderstatus-
LED knippert.
B Open de warmwaterkraan.
B Gebruik de stelschroef (Afb. 21, pos. 2) om de druk
in te stellen op de waarden die staan aangegeven in
Tabel 15.
WT10
Artikelnummer
gasinspuiter
WT13
gasvoordruk
WT10
(mbar)
WT13
WT10
Branderdruk
max (mbar)
WT13
Branderdruk
WT10
min (mbar)
WT13
Tabel 15 Branderdruk
8.3
Optimalisatie
Door een optimalisatie uit te voeren kan het toestel zich-
zelf bijstellen als de omstandigheden veranderen. Deze
handeling dient te worden uitgevoerd na het verstellen/
instellen van de gasdrukken.
B Schakel het toestel uit.
B Stel de temperatuurkiezer in op 45.
B Houd de brander-LED ingedrukt en schakel het toe-
stel in ( knippernde brander-LED).
B Laat de brander-LED los.
B Tap water gedurende 5 minuten.
B Schakel het toestel uit.
B Sluit de waterkraan.
B Schakel het toestel in.
6 720 607 726
Aardgas
Propaan
8708202147
(1,30)
8708202127
(0,74)
8708202114
(1,40)
25
29/50
10
34
13
36
2
5
2
4
8.4
Ombouw naar een andere gas-
soort
Gebruik alleen originele onderdelen. Het ombouwen
mag alleen worden uitgevoerd door de erkende
installateur. Originele onderdelen worden geleverd met
installatie-instructie.
B Sluit de gasklep.
B Zet de hoofdschakelaar uit en verwijder de
afdekplaat.
B Demonteer de brander.
Afb. 22
B Demonteer beide injectorgroepen en vervang deze.
B Zet de brander weer in elkaar.
B Controleer de koppelingen op gaslekkage.
B Zet de temperatuurregelaar (Afb. 16, pos. 2) op
40°C (LPG) of 35°C (aardgas).
B Druk op de branderstatustoets (Afb. 16, pos. 4) en
zet de hoofdschakelaar (Afb. 16, pos. 3) in positie I.
B Houd de branderstatustoets ingedrukt tot de
resetknop (Afb. 16, pos. 1) knippert.
B Stel de gasdrukken juist af ( zie par. 8.2).
B Vermeld de gastypewijziging op het typeplaatje van
het toestel.
Gasregeling
23