Installatie
5.5
Installatie
Voorzichtig: mogelijke beschadiging
veroorzaakt door vreemde voorwerpen!
B Zorg dat de leidingen schoon zijn en
zonder bramen.
B Haal het toestel uit de verpakking.
B Zorg dat alle aangegeven onderdelen aanwezig zijn.
B Verwijder de pluggen uit de gas- en
wateraansluitingen.
B Klik de afdekplaat voorzichtig van de mantel (Afb. 14,
pos. 1).
B Draai de twee schroeven uit de mantel (Afb. 14, pos.
2).
Afb. 14 Verwijder het klepje aan de voorzijde
B Trek de mantel aan de onderzijde naar voren.
B Bevestig het toestel in verticale positie.
Voorzichtig:
B Laat de geiser nooit rusten op de gas- of
wateraansluitingen.
Om de installatie te vergemakkelijken
i
wordt aanbevolen eerst het water aan te
sluiten en dan de rest van de aansluitin-
gen.
5.6
Wateraansluitingen
B Markeer de warm- en koudwaterleidingen om
verwarring te voorkomen.
B Sluit de warm- en koudwaterleiding aan door middel
van de flexibele aansluitleidingen.
18
B Om problemen te voorkomen die veroorzaakt worden
door plotselinge veranderingen van de
waterleidingdruk wordt aanbrengen van een
terugslagklep geadviseerd bij de installatie van het
toestel.
5.7
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet voldoen aan de GAVO
NEN1078.
Diameter van de gasleiding volgens GAVO NEN1078
bepalen.
Gaskraan aanbrengen. Gasleiding moet inwendig
schoon zijn.
Gebruik de geleverde verloopkoppeling
i
om de gasaansluiting aan te passen van
¾" naar ½" (indien nodig).
5.8
Installatie rookgasafvoer- en
luchttoevoerleidingen
Leidingen moeten geïnstalleerd worden volgens de
instructies.
B Eenmaal aangesloten moet de leiding geïnspecteerd
worden en gegarandeerd zijn dat alles goed is
afgedicht.
5.9
Montage kranenset
Optioneel is voor de geiser een kranenset leverbaar.
Deze kranenset maakt het mogelijk direct onder de gei-
ser warm water te tappen. Zie voor montage de bij de
kranenset geleverde instructie.
Om de set volledig te maken dient separaat een uitloop
te worden bestelt. (zie tabel 3).
Afb. 15 Kranenset
6 720 607 726