8.3.3
Tussen MFL-sensoren en de SDT LeakTESTER
Paragraaf 5.3.3 op pagina 14 raadplegen.
8.3.4
Tussen de Output-modules en de SDT LeakTESTER
De Output-modules zijn in parallel geschakeld op een RS 485-lijn die verbonden
is met de DB9-aansluiting (RS 485) van de SDT LeakTESTER via een
afgeschermde kabel met 1 getwist draadpaar. De lijn mag maximaal 1.200 m lang
zijn. De aansluiting van de eerste module moet gebeuren als volgt:
● De eerste geleider verbinden met klem A van de Output-module en met pin 2
van de DB9-aansluiting (RS 485) van de SDT LeakTESTER.
● De tweede geleider verbinden met klem B van de Output-module en met pin 3
van de DB9-aansluiting (RS 485) van de SDT LeakTESTER.
● De afscherming verbinden met de massaklem van de Output-module en met
pin 5 van de DB9-aansluiting (RS 485) van de SDT LeakTESTER.
De aansluiting van een nieuwe Output-module gebeurt door hem op dezelfde
wijze aan te sluiten aan de vorige.
Afbeelding 8–5: Aansluiting van de Output-modules aan de SDT-LeakTESTER en
pinfuncties van de DB9-aansluiting (RS 485) van de SDT LeakTESTER.
Het afsluiten van de lijn moet gebeuren door het aanbrengen van een weerstand
van 120 Ω tussen de klemmen A en B van de laatste Output-module en tussen de
pinnen 2 en 3 van de DB9-aansluiting (RS 485) van de SDT LeakTESTER. De
modules moeten later aangemeld worden in de SDT LeakTESTER (zie paragraaf
11.8, op pagina 52).
30
041NL