Technieken voor handmatig scherpstellen
1 Stel scherp door de focushendel te
verplaatsen of de focusring te draaien.
2 Verplaats de hendel of draai de ring een
beetje verder in dezelfde richting.
3 Stel de focus fijn af door de focushendel
enigszins in de tegenovergestelde
richting te verplaatsen of de focusring
enigszins in de tegenovergestelde
richting te draaien.
Aantekening
•
Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
scherpobject.
•
Na het wissen van de Slaapfunctie opnieuw op het onderwerp scherpstellen.
•
Als u close-ups maakt
–
Wij raden aan een statief en de zelfontspanner
–
Het effectieve focusbereik (velddiepte) is aanzienlijk versmald. Daarom kan, als de afstand
tussen het toestel en het object gewijzigd is na het scherpstellen, het moeilijk worden om er
opnieuw op scherp te stellen.
–
De scherpte op de buitenkanten van het beeld kan wat minder zijn. Dit is geen storing.
Opnemen
(P89)
te gebruiken.
- 99 -