Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen
en druk de knop helemaal in om de opname te
maken.
A Als de zelfontspanner op [
•
Er zal geen foto gemaakt worden zolang het onderwerp niet
scherp gesteld is. Focus en belichting zullen ingesteld worden
als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt.
•
Als u de sluiterknop helemaal wilt indrukken ook al is het
onderwerp niet scherp, zet u [FOCUSPRIORITEIT] in het
[VOORKEUZE]-menu op [OFF].
•
Het lampje van de zelfontspanner B knippert en de sluiter
wordt na 10 seconden geactiveerd (of na 2 seconden).
•
Als [
] wordt geselecteerd, gaat het lampje van de
zelfontspanner na de eerste en tweede opname weer
knipperen en wordt de sluiter 2 seconden nadat het
knipperen begon, geactiveerd.
Aantekening
•
De tijdinstelling voor de zelfontspanner kan ook ingesteld worden door [ZELF ONTSP.] in het
[OPNAME] menu.
•
Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
•
De opname-interval kan afhankelijk van de opnameomstandigheden meer dan 2 seconden zijn
wanneer [
] wordt geselecteerd.
•
De flitsoutput kan enigszins anders zijn als [
•
[
] wordt uitgeschakeld als Witbalans Bracket ingeschakeld wordt.
•
De zelfontspanner zal buiten werking gesteld worden tijdens de opname van de bewegende
beelden.
Opnemen
] wordt gezet.
(P152)
] geselecteerd is.
- 90 -
A