Instelling helderheid
1
Druk op de functieknop achterop om het
instellingenscherm af te beelden.
•
Elke keer dat u op de functieknop achterop drukt wordt
er geschakeld tussen de helderheidinstelling, de
Defocus Control
2
Raak de schuifbalk aan om in te stellen.
•
De instelling kan ook uitgevoerd worden door aan de
knop op de achterkant te draaien.
Kleurinstelling
1
Druk op 1 (
beelden.
2
Raak de schuifbalk aan om in te stellen.
•
Dit zal de kleur van het beeld van roodachtig naar
blauwachtig afstellen.
•
De instelling kan ook uitgevoerd worden door aan de
knop op de achterkant te draaien.
•
Druk opnieuw op de 1 cursorknop om terug te keren
naar het opnamescherm.
Aantekening
•
Het is tevens mogelijk een foto te maken door [
raken.
•
De helderheid- en kleurinstellingen zullen terugkeren naar
de standaardinstelling (middenpunt) wanneer de aan-/
uit-schakelaar op [OFF] gezet wordt of de camera
geschakeld wordt naar een andere Opnamefunctie.
Basiskennis
(P44)
en de eindoperatie.
) om het instellingscherm af te
] aan te
- 43 -