Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
In deze modus maakt de camera optimale instellingen voor het onderwerp en de scène,
dus wordt het aanbevolen als u wenst de instellingen aan de camera over te laten zonder
erover na te moeten denken.
Druk op [¦].
•
De camera zal schakelen naar ofwel de meest recentelijk gebruikte
van de Intelligente Automatische Functie ofwel Intelligente
Automatische Plusfunctie.
functie ingesteld op Intelligente Automatische Functie.
•
De knop [¦] zal oplichten als deze op de Intelligent Auto functie
gezet wordt. De [¦] knop wordt tijdens het opnemen uitgeschakeld
om te voorkomen dat het licht weerspiegeld wordt op glas en
dergelijke. Dit duidt echter niet op een storing.
•
De [¦] knop wordt uitgeschakeld als er opnieuw op gedrukt wordt
en wordt op de [OPNAME] gezet die met de functieknop
geselecteerd is.
•
De Defocus Control kan ingesteld worden door [ ] op het
opnamescherm aan te raken en vervolgens [
•
Als het onderwerp aangeraakt wordt, werkt AF Tracking. Het is ook
mogelijk door de cursorknop naar 2 te duwen en de sluiterknop tot
halverwege in te drukken. Raadpleeg voor details P93.
Basiskennis
(P42)
Op het moment van aankoop, is de
× ×
- 39 -
] aan te raken.
(P44)