Extra printer instellen
Mac OS X 10.5 of hoger
1
Ga in het Apple-menu naar:
Systeemvoorkeuren >Afdrukken en faxen
2
Klik op + en vervolgens op de tab IP.
3
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe.
Opmerking: Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het IP-adres
bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
Mac OS X 10.4
1
Blader in de Finder naar:
Programma's >Hulpprogramma's
2
Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer.
3
Klik in de printerlijst op Voeg toe en klik vervolgens op IP-printer.
4
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld en klik op Voeg toe.
Opmerking: Controleer het IP-adres in het gedeelte TCP/IP van het menu Netwerk/rapporten. Het IP-adres
bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Voor afdrukken via AppleTalk:
Opmerking: controleer of AppleTalk is ingeschakeld op de printer.
Mac OS X 10.5
1
Ga in het Apple-menu naar:
Systeemvoorkeuren >Afdrukken en faxen
2
Klik op + en ga naar:
AppleTalk > selecteer de printer in de lijst >Voeg toe
Mac OS X 10.4
1
Blader in de Finder naar:
Programma's >Hulpprogramma's
2
Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer.
3
Kies Voeg toe in de printerlijst.
4
Klik op de tab Standaardbrowser >Meer printers.
5
Kies AppleTalk in het eerste voorgrondmenu.
6
Kies Lokale AppleTalk-zone in het tweede voorgrondmenu.
7
Selecteer een printer in de lijst en klik vervolgens op Voeg toe.
44