Problemen oplossen
V
-
ERVANG DE INKT
OF TONERCARTRIDGE
Vervang de cartridge met de kleur waarvoor de storingen herhaaldelijk optreden als de storingen als volgt worden
afgedrukt:
•
Elke 33 mm (1,30 inch) van de pagina
•
Elke 35,3 mm (1,39 inch) van de pagina
V
ERVANG DE FOTOCONDUCTOR
Vervang de fotoconductor met de kleur waarvoor de storingen herhaaldelijk optreden als de storingen als volgt
worden afgedrukt:
•
Elke 28,3 mm (1,11 inch) van de pagina
•
Elke 72,4 mm (2,85 inch) van de pagina
V
ERVANG HET VERHITTINGSSTATION
Vervang het verhittingsstation als de storingen als volgt worden afgedrukt:
•
Elke 47,4 mm (1,87 inch) van de pagina
•
Elke 94,8 mm (3,73 inch) van de pagina
•
Elke 113 mm (4,45 inch) van de pagina
Schaduwafbeeldingen op afdrukken
C
ONTROLEER DE INSTELLINGEN VOOR PAPIERSOORT EN PAPIERGEWICHT
Controleer of de instellingen voor papiersoort en het papiergewicht overeenkomen met het papier dat in de lade is
geplaatst:
1
Controleer de instellingen voor papiersoort en papiergewicht in het menu Papier op het bedieningspaneel van
de printer.
2
Geef de juiste papiersoort op voordat u de taak verzendt voor afdrukken:
•
Windows-gebruikers: geef de papiersoort op via Printereigenschappen.
•
Macintosh-gebruikers: geef de papiersoort op via het dialoogvenster voor afdrukken.
C
ONTROLEER OF DE FOTOCONDUCTOR NIET VERSLETEN IS
Vervang de defecte fotoconductor.
251