Rendamax
Type
R2900
R2901
R2902
R2903
R2904
R2905
R2906
R2907
R2908
R2909
Tabel 11c
5.3.6
Condensafvoer
Het in de unit gevormde condensaat dient te worden afgevoerd naar het riool.
Indien er geen directe aansluiting op het riool aanwezig is, kan men gebruik maken van een water-
x
verzamelbak met pomp en niveauschakelaar die het condenswater naar de riolering pompt.
Het lozen van condens in dakgoten is niet toegestaan.
De unit is uitgevoerd met een sifon, die voorkomt dat er rook gassen in de stookruimte terecht
komen.
De aansluiting op de riolering dient zodanig plaats te vinden, dat er een open verbinding onder de
condensafvoer van de unit ontstaat (zie fi g. 23). Daarnaast moet de afvoerleiding over eenkomstig
de geldende voorschriften worden voorzien van een sifon/stankafsluiter.
Zorg ervoor, dat de afstand tussen de condensuitlaat van de ketelsifon en de afvoerleiding mini-
maal 5 mm is. Hierdoor ontstaat de vereiste open verbinding en het vereenvoudigt voorkomende
onderhoudswerkzaamheden en inspecties.
38
Diameter
Bocht
in mm
R/D = 1
150*
120
150*
120
180*
150
200*
180
200*
180
250*
200
250*
200
250*
300
300*
250
300*
250
Schoorsteenverliezen R2900 in meters rechte pijp
*
Aansluiting op ketel
Bocht
90°
90°
R/D = 0,5
2,5
7,1
2,1
5,8
2,5
7,1
2,1
5,8
3,2
8,0
2,5
7,1
3,6
8,6
3,2
8,0
3,6
8,6
3,2
8,0
4,3
9,0
3,6
8,6
4,3
9,0
3,6
8,6
4,3
9,0
5,0
9,6
5,0
9,6
4,3
9,0
5,0
9,6
4,3
9,0
Doc1004/2789nl
Bocht
T-stuk
45°
R/D = 0,5
1,8
7,5
1,6
6,0
1,8
7,5
1,6
6,0
2,3
9,0
1,8
7,5
2,6
10,1
2,3
9,0
2,6
10,1
2,3
9,0
3,1
12,4
2,6
10,1
3,1
12,4
2,6
10,1
3,1
12,4
3,7
14,1
3,7
14,1
3,1
12,4
3,7
14,1
3,1
12,4