Rendamax
2.2.1
Beschrijving hoofdonderdelen
De ketel is opgebouwd uit de volgende hoofdcomponenten:
Ventilator [25]
Deze bestaat uit een slakkenhuis, een schoepenwiel en een elektromotor. Met behulp van de
ventilator wordt verbrandings lucht aangezogen en in druk verhoogd.
Luchtinlaatdemper [29]
Een speciaal ontwikkelde luchtinlaatdemper zorgt voor een laag geluidsniveau. Als optie kan
deze voorzien worden van een luchtfi lter of een luchttoevoeropening voor toepassing als gesloten
toestel.
Gasstraat [13]
Het hoofdonderdeel van de gasstraat is de hoofdgasklep/-verhoudingsdrukregelaar [24]. De gas-
hoeveelheid wordt af hankelijk van de luchthoeveelheid geregeld. De luchthoeveel heid varieert
met het toerental van de ventilator. Standaard is de unit voorzien van een gasfi lter [11].
Mengkanaal [7]
In deze ruimte wordt het gas en de verbrandingslucht intensief gemengd.
Brander [9]
Nadat het gas/lucht-mengsel met behulp van een verdeelplaat [8] over de brander is verdeeld,
wordt het mengsel aan het branderoppervlak verbrand waarbij de vlam naar beneden is gericht.
De brander is water- en luchtgekoeld. De waterverdeel stukken zijn uitgevoerd in gietijzer en zijn
geprofi leerd om een optimale verdeling en doorstroming te verkrijgen.
Warmtewisselaars [10, 12 en 17]
ste
De 1
warmtewisselaar [10] bestaat uit RVS gladde pijpen. Deze draagt een groot deel van de ver-
de
brandingsenergie over aan het systeemwater. De 2
warmtewisselaar [12], welke bestaat uit RVS
gelaserlaste vinpijpen, draagt de overige warm te uit de rookgassen over aan het systeemwater.
Alle waterver deelstukken zijn uitgevoerd in gietijzer en zijn geprofi leerd om een optimale verde-
ling en doorstroming te verkrijgen. De ruimte tussen de brander en de 1
ste
warmtewisselaar vormt
de ver brandingskamer.
de
Bij de R2900 is een 3
warmtewisselaar [17] nageschakeld welke bestaat uit één of meerdere in
serie geschakelde RVS vinpijp(en) in de vorm van een spiraal en is geplaatst achter op de rook-
gasverzamelkast. De waterdoorstroming wordt verzorgd door de ketelpomp. De derde warmte-
wisselaar is parallel aan de ketel geschakeld en wordt doorstroomd met ± 5 à 10% van de totale
volumestroom.
Wateromloopleidingen [15]
Deze leidingen verbinden de brander en de warmtewisselaars onderling.
Wateraansluitingen
Deze bestaan uit een aanvoer- [5] en een retouraansluiting [1]. Beide aansluitingen zijn voorzien
van een vul/aftapkraan [6]. In de aanvoerleiding zijn het veiligheidsventiel [4], de stromingsscha-
kelaar [3] en de temperatuurvoeler aangebracht.
Ketelpomp [31]
De ketelpomp is op de retouraansluiting van de unit gemon teerd en elektrisch direct op de over-
eenkomstige klemmen in de aansluitkast aangesloten. De capaciteit en de opvoerhoogte van de
pomp is voldoende om behalve de ketelweerstand ook enige systeemweerstand te overwinnen.
Rookgasverzamelkast [19]
Onder de warmtewisselaar bevindt zich de roestvaststalen rookgasverzamelkast, die is voorzien
van een rookgasafvoer [16], een condensafvoer [22] en een inspectie opening [23].
15
Doc1004/2789nl