Rendamax
5.2.2
Opstelling
Voor een opstelling van de ketels gelden voor de stookruimte de volgende richtlijnen:
a Stel het toestel op in een vorstvrije ruimte
b Let op de plaatsing en temperatuurgevoeligheid van de apparatuur
c Maak de stookruimte voldoende groot zodat er voldoende ruimte rondom het toestel aanwezig
is voor onderhoud en eventuele vervanging van onderdelen.
De geadviseerde minimaal vrije ruimte is:
-
450 mm aan een zijkant
-
800 mm aan de andere zijkant
-
450 mm aan de achterzijde
- 1000 mm aan de voorzijde (vrije loopstrook).
Indien de geadviseerde ruimte niet wordt aangehouden, kan dit mogelijk de onderhoudswerk-
zaamheden beïnvloeden.
Dakopstelling
Bij dakopstelling of installaties waarbij het ketelhuis het hoogste punt van het systeem is, is de
volgende beveiliging van belang.
De unit mag NOOIT het hoogste punt van de installatie zijn; met andere woorden de aanvoer- en
y
retourleidingen van de ketel (vanuit de ketel gezien) moeten eerst omhoog lopen en daarna naar
beneden.
Hoewel elke ketel standaard is uitgevoerd met een waterstro mingsbeveiliging, eisen plaatselijke
instanties dikwijls een centrale laagwaterstandbeveiliging. Bij meerdere units is hier voor slechts
één extra beveiliging nodig.
Fig. 14
24
Dakopstelling
Doc1004/2789nl