Rendamax
7.2
Ketel uitschakelen
1 Schakel de spanning uit d.m.v. de hoofdschakelaar op de ketel (pos, 1 fi g. 17).
2 Schakel de pomp uit na ca. 3 tot 6 minuten.
3 Sluit de gaskraan.
7.3
Temperatuurregeling voor centrale verwarming (zie bijlage)
7.4
Temperatuurregeling voor warmwatervoorziening (zie bijlage)
7.5
Beveiliging tegen storingen in de watercirculatie
De ketel is voorzien van een stromingsschakelaar. Bij onvoldoende waterstroming door de warm-
tewisselaar van de ketel wordt de brander vergrendelend uitgeschakeld. Door op de ontgrendel-
knop van de branderautomaat te drukken wordt de startprocedure opnieuw in werking gezet.
7.6
Beveiliging tegen te hoge aanvoertemperatuur
De ketel is voorzien van een maximaalthermostaat. Bij een te hoge aanvoertemperatuur (afl ees-
baar op de temperatuurregelaar) wordt de brander vergrendelend uitgeschakeld.
7.7
Bescherming tegen vorstgevaar
Bij een niet in werking zijnde ketel bestaat gevaar voor bevriezing.
Tap het water uit de warmtewisselaar af met de vul- en aftapkraan.
7.8
Het ontluchten van de centrale verwarming
Indicatie: Lawaai in het leidingnet? Ruisen, borrelen, e.d.?
Oorzaak: Lucht in de installatie.
Oplossing: Ontluchten,
7.9
Het bijvullen van de centrale verwarming
Indicatie: De druk in de installatie is te laag (beneden de minimum werkdruk).
Oorzaak: Te weinig water in de installatie.
Oplossing: Bijvullen.
1 Netspanning uitschakelen.
2 Waterslang aansluiten op de vul-/aftapkraan. Bij een losse slang, de slang vullen met water,
alvorens deze aan de vul-/aftapkraan te bevestigen, anders komt er lucht in de installatie.
3 Vul-/aftapkraan openen.
4 Installatie bijvullen tot die druk, waarop het systeem ontworpen is.
5 Vul-/aftapkraan sluiten en de slang verwijderen + afsluitdop op vul-/aftapkraan draaien.
6 Netspanning inschakelen. De ketel is weer in werking.
Doc1010/18nl
19