Rendamax
7 Bedieningsinstrukties
7.1
In werking stellen
1. Gaskraan in de gastoevoerleiding openen.
2. Pomp(en) inschakelen.
3. Secundaire groepen sluiten zodat het ketelcircuit een kleine waterinhoud bevat.
4. Spanning met behulp van de hoofdschakelaar, op de ketel, inschakelen (pos. 1 fi g. 15).
5. Indien nodig branderautomaat en ketel ontgrendelen.
6. Langzaam de groepen één voor één d.m.v. de afsluiters openen, zodanig dat de retourwater-
temperatuur niet onder de 36°C zakt.
7.1.1
Ketel treedt in werking
Bij warmtevraag komt de ketel in bedrijf in de hieronder beschreven volgorde:
Nagenoeg gelijktijdig met de elektrische ontsteking wordt het aansteekklepje geopend. Het gas
van de aansteek- brander wordt nu ontstoken.
Zodra er vlammelding is, wordt dit als ionisatiestroom aan de branderautomaat doorgegeven.
De hoofdgasklep opent, de hoofdbranders worden ontstoken en de ketel treedt in werking.
7.1.2
Modulerende regeling
De brander wordt door een gasregelklep (pos. 12 fi g. 1) tussen de 100% en 20% warmtevraag,
modulerend geregeld. Is de warmtevraag kleiner dan 20%, dan wordt de brander uitgeschakeld.
7.1.3
Storingsmelding
Na een storingsmelding licht een lampje van de branderautomaat op. Door op de ontgrendelknop
van de brander- automaat te drukken wordt de startprocedure opnieuw in werking gezet.
7.1.4
Bedieningspaneel
Fig. 15
Bedieningspaneel
Schakelaars met storingslampjes
1 Aan-uit schakelaar
2 Centrale alarmering ionisatiestoring lamp
3 "Reset" schakelaar
4 Maximaal temperatuur overschreden
5 Te lage stromingssnelheid door de warmtewisselaar
6 Te lage gasdruk
7 Gaslek
8 Te hoge gasdruk
9 Overbruggingsschakelaar (puls contact) wanneer een regelthermostaat is gemonteerd
10 Urenteller
Doc1010/18nl
17