∫ Over [
] of [
• U kunt sneller scherpstellen op het object
dan in de andere AF- functies.
• Het beeld kan even stoppen met bewegen
voordat er scherpgesteld wordt wanneer u
de ontspanknop tot de helft indrukt. Dit is
geen storing.
• De afgebeelde AF-zone is groter dan
normaal als u de digitale zoom gebruikt
opnamen maakt worden op donkere
plekken.
• Het toestel stelt scherp op alle AF-zones
wanneer er meerdere AF-zones (max.
9 zones) tegelijkertijd zijn.
De focusstand wordt niet vooraf bepaald.
Deze wordt ingesteld op de stand die het
toestel automatisch bepaalt op het moment
dat u scherpstelt. Als u de focusstand wilt
bepalen om opnamen te maken, schakelt u
de AF-functie naar [
• Als de AF-functie op [
verschijnt de AF-zone niet totdat u hebt
scherpgesteld op het onderwerp.
• De AF-functie naar [
schakelen als het moeilijk is scherp te
stellen met behulp van [
• De AF-functie kan niet ingesteld worden in
de eenvoudige functie [
[ZELFPORTRET] of [VUURWERK] in de
scènefunctie.
Gevorderd (Opname van opnamen)
]
F5.6
1/60
], [
] of [
] staat of op [
] of [
]
].
],
[STABILISATIE]
Camerabeweging vaststellen en
corrigeren
Op [
] drukken om het [OPNAME]
MENU
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen.
[MODE1]
De stabilisator werkt continu
(
)
en helpt bij de fotocompositie.
[MODE2]
De beweging van de
(
)
camerabeweging wordt
gecompenseerd wanneer de
ontspanknop ingedrukt wordt.
Er is een groter
stabilisatoreffect.
[OFF]
Wanneer de stabilisator niet
(
)
gewenst is.
∫ Over de demonstratiepagina voor de
camerabewegingsdetectie
Druk op 1 om [JITTER, DEMO BEW.
ONDW.] te openen als de pagina
[STABILISATIE] verschijnt. (Als de [JITTER,
].
DEMO BEW. ONDW.] pagina verschijnt, kunt
]
u geen opnamen maken.)
Druk opnieuw op 1 om de functie te sluiten.
A Demonstratie camerabewegingsdetectie
B Demonstratie bewegingsdetectie
- 78 -
(P71)
A
B