[GEVOELIGHEID]
De lichtgevoeligheid instellen
Op [
] drukken om het [OPNAME]
MENU
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen.
ISO is een maat voor de gevoeligheid voor
licht. Hoe hoger de gevoeligheid is, hoe
minder licht u nodig hebt voor een opname:
de camera wordt beter geschikt voor
opnamen op donkere plaatsen.
• Wanneer ingesteld op [AUTO], wordt de
ISO-gevoeligheid automatisch afgesteld op
een maximum van [ISO200] volgens de
helderheid. (Deze kan afgesteld worden tot
een maximum van [ISO640] wanneer u de
flits gebruikt.)
ISO-gevoelig-
heid
Gebruiken op
heldere plekken
(b.v. buiten)
Gebruiken op
donkere plekken
Sluitertijd
Ruis
• Om geruis te voorkomen, raden wij aan een
lagere ISO-gevoeligheid te kiezen door
[RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] op
[HIGH] te zetten of alle onderdelen te kiezen
behalve [RUISREDUCTIE] [LOW] om
opnamen te maken.
• De ISO-gevoeligheid staat op [ISO-LIMIET]
in de slimme-ISO-gevoeligheidsfunctie
[
].
• De ISO-gevoeligheid kan niet ingesteld
worden in de volgende gevallen.
– Simpele functie [
– Bewegende beeldfunctie [
– Scènefunctie
Gevorderd (Opname van opnamen)
(P71)
80
1600
Niet
Geschikt
geschikt
Niet
Geschikt
geschikt
Langzaam
Snel
Minder
Verhoogd
(P82)
]
]
[ASPECTRATIO]
De aspectratio instellen
Op [
] drukken om het [OPNAME]
MENU
/SET
functiemenu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen.
Als u de aspectratio wijzigt, kunt u een hoek
(standpunt) kiezen die past bij het object.
Kiezen om opnamen te maken
met dezelfde aspectratio als een
4:3 TV of een computermonitor.
Kiezen om opnamen te maken
met dezelfde 3:2 aspect ratio als
een 35 mm film.
Dit is geschikt voor landschappen
enz. waar een breed zicht
wensbaar is. Dit is ook geschikt
voor het terugspelen van beelden
op een breedbeeld TV, hoge
definitie TV enz.
• In de bewegende-beeldenfunctie [
u [
] niet instellen.
• De uiteinden van de opgenomen opnamen
kunnen afgeknipt worden bij het afdrukken.
(P128)
- 74 -
(P71)
] kunt