Opnamen maken
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en
de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
• Het statuslampje 3 licht ongeveer
1 seconde op als u het toestel aan zet 2.
(1: Ontspanknop)
1 Het toestel voorzichtig vasthouden
met beide handen, armen stil
houden en uw benen een beetje
spreiden.
A Flits
B AF-lamp
C Wanneer u het toestel verticaal houdt
2 Richt de AF-zone op het punt
waarop u wenst scherp te stellen.
Basiskennis
3 De ontspanknop half indrukken om
scherp te stellen.
• De focusaanduiding 2 wordt groen en de
AF-zone 1 wordt groen in de plaats van
wit.
(3: Lensopening, 4: Sluitersnelheid)
• Het focusbereik is 50 cm tot ¶.
• Het onderwerp is niet scherp in de
volgende gevallen.
– De focusaanduiding knippert (groen).
– De AF-zone wordt rood of er is geen AF-
zone.
– U hoort de focustoon 4 keer.
• Als de afstand buiten het focusbereik valt,
kan het beeld onscherp zijn ook als de
aanduiding groen is.
4 Druk de half ingedrukte
ontspanknop helemaal in om de
opname te maken.
- 24 -
F2.8
1/30