[NACHTPORTRET]
Op [
] drukken om het [SCÈNE MODE]
MENU
/SET
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen.
(P52)
Hiermee kunt u opnamen maken van een
persoon met een achtergrond die even helder
is als in het echt.
∫ Technieken voor nachtportretten
• De flits gebruiken.
• Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden
we het gebruik van een statief en de
zelfontspanner aan voor deze opnamen.
• Het object gedurende ongeveer 1 seconde
stil laten staan nadat u de opname gemaakt
hebt.
• We raden aan het zoomhendeltje op Breed
(1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het
object af te staan wanneer u een opname
maakt.
• Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m. (Lees
voor het beschikbare flitsbereik om
opnamen te maken.)
• De ontspanner kan gesloten blijven (max.
ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt
gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u
opnamen maakt op donkere plekken.
• Wanneer u de flits gebruikt, wordt de
Langzame synch./Rode-ogenreductie
[
] gekozen en wordt de flits telkens
geactiveerd.
• U kunt de witbalans niet instellen.
Gevorderd (Opname van opnamen)
Op [
menu af te beelden en de scènefunctie te
kiezen.
Hiermee kunt u levendige opnamen maken
van een nachtelijk landschap.
∫ Technieken voor nachtlandschappen
• Aangezien de sluitertijd langzamer wordt (tot
ongeveer 8 sec.) dient u een statief te
gebruiken. We raden verder het gebruik van
de zelfontspanner aan om deze opnamen te
maken.
• Het focusbereik is 5 m tot ¶.
• De ontspanner kan gesloten blijven (max.
ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt
gemaakt voor de signaalverwerking. Dit is
geen storing.
• Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u
opnamen maakt op donkere plekken.
P44
• De flits is gedwongen UIT [
• De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op
[ISO80].
• De AF-lamp is uitgeschakeld.
• U kunt geen langzame ontspanner instellen.
• U kunt de witbalans niet instellen.
- 56 -
[NACHTL. SCHAP]
] drukken om het [SCÈNE MODE]
MENU
/SET
(P52)
].