Hoofdstuk 9
Faxberichten opvragen
U kunt vanaf een toetstelefoon inbellen op uw
machine en de faxberichten naar een andere
machine doorzenden.
a
Kies het nummer van uw faxmachine.
b
Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode in (3 cijfers
gevolgd door l). Als u een lange toon
hoort, zijn er berichten voor u.
c
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst
u 9 6 2 in.
d
Wacht op de lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nummer in van de faxmachine waar de
faxberichten naartoe moeten worden
gestuurd, gevolgd door # # (maximaal
20 cijfers).
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken
om een pauze in een nummer in te lassen.
e
Toets 9 0 in om de machine te resetten
wanneer u klaar bent.
f
Wacht totdat u het piepje van de
machine hoort en hang op. Uw machine
belt het andere apparaat en dit apparaat
drukt uw faxberichten af.
60
Het nummer wijzigen
9
waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd
U kunt vanaf een andere telefoon of
faxmachine met aanraaktoetsen de
standaardinstellingen voor het nummer voor
Fax Doorzenden wijzigen.
a
Kies het nummer van uw faxmachine.
b
Zodra u de toon van uw machine hoort,
toetst u uw toegangscode in (3 cijfers
gevolgd door l). Als u een lange toon
hoort, zijn er berichten voor u.
c
Zodra u twee korte piepjes hoort, drukt u
9 5 4 in.
d
Wacht op de lange toon en toets
vervolgens met de kiestoetsen het
nummer in van de faxmachine waar de
faxberichten naartoe moeten worden
gestuurd, gevolgd door # # (maximaal
20 cijfers).
Opmerking
U kunt l en # niet als kiesnummers
gebruiken. U kunt # echter wel gebruiken
om een pauze in een nummer in te lassen.
e
Druk op 9 0 als u klaar bent.
f
Wacht totdat u het piepje van de
machine hoort en hang op.
9