Afdrukken (Vervolg)
Probleem
Er zit een vlek in het midden aan de
bovenkant van de afgedrukte pagina.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Er staan vlekken op de achterkant
of onder aan de pagina.
Er staan een aantal dichte lijnen op
de afdruk.
De afdrukken zijn gekreukeld.
Kan '2 op 1- of 4 op 1'-afdrukken
niet uitvoeren.
Het afdrukken verloopt te traag.
Kleurverbetering werkt niet goed.
Machine voert meerdere pagina's
in.
De afgedrukte pagina's zijn niet
juist afgelegd.
Machine kan niet afdrukken wanneer
Paint Brush wordt gebruikt.
Machine kan niet afdrukken wanneer
Adobe Illustrator wordt gebruikt.
Afdrukken van ontvangen faxen
Probleem
Tekst staat te dicht op elkaar en witte
strepen op de pagina of de boven- en
onderkant van zinnen ontbreekt.
Verticale zwarte lijnen bij
ontvangst.
Ontvangen kleurenfaxen worden
alleen in zwart-wit afgedrukt.
De linker- en rechtermarges zijn
weggevallen of er is een hele
pagina op twee pagina's afgedrukt.
Suggesties
Controleer of het papier dat u gebruikt niet te dik is en niet krult. (Zie Over
papier op pagina 12.)
Zorg dat u het juiste type papier gebruikt. (Zie Over papier op pagina 12.) Raak
het papier pas aan als de inkt droog is.
Controleer of er geen inkt op de drukplaat zit. (Zie De geleiderol
reinigen op pagina 115.)
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier, enveloppen en
briefkaarten laden op pagina 16.)
Selecteer Omgekeerde volgorde op het tabblad Normaal van het
printerstuurprogramma.
Klik in het printerstuurprogramma op Instellingen op het tabblad Normaal en
schakel Bi-Directioneel Printen uit.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en het
printerstuurprogramma hetzelfde zijn.
Wijzig de instelling van het printerstuurprogramma. De hoogste resolutie heeft meer
tijd nodig voor het verwerken, verzenden en afdrukken van de gegevens. Probeer de
andere kwaliteitsinstellingen op het tabblad Normaal van het printerstuurprogramma.
Klik ook op het tabblad Instellingen en schakel Kleurverbetering uit.
Schakel de functie Zonder rand uit. Printen zonder marges is langzamer dan normaal
printen. (Zie hoofdstuk 1 of hoofdstuk 8 in de Softwarehandleiding op de cd-rom.)
Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals 256
kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering ten
minste 24-bits kleurgegevens.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier,
enveloppen en briefkaarten laden op pagina 16.)
Controleer of er nooit meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn geplaatst.
Wees er zeker van dat u de papiersteunklep gebruikt. (Zie Papier, enveloppen en
briefkaarten laden op pagina 16.)
Probeer het beeldscherm in te stellen op '256kleuren'.
Gebruik een lagere resolutie. (Zie hoofdstuk 1 of hoofdstuk 8 in de
Softwarehandleiding op de cd-rom.)
Suggesties
Mogelijk was de verbinding niet goed door statische ruis of storing op de lijn. Vraag
de afzender de fax nogmaals te verzenden.
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een
kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt.
Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Vervang de kleureninktpatronen die leeg of bijna leeg zijn en vraag de andere
partij de kleurenfax opnieuw te sturen. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 115.) Controleer of de geavanceerde faxfuncties zijn
uitgeschakeld. (Zie Geavanceerde faxfuncties uitschakelen op pagina 57.)
Schakel automatische verkleining in. (Zie Een verkleinde afdruk van een
inkomend document maken (Automatische verkleining) op pagina 39.)
Problemen oplossen en routineonderhoud
105