Geavanceerde faxfuncties
uitschakelen
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om
Geavanc. Faxfuncties te
selecteren.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om Drzenden/Opsln
te selecteren.
Druk op OK.
e
Druk op a of b om Uit te selecteren.
Druk op OK.
f
Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
Op het LCD-scherm worden verdere
opties getoond als er zich nog
faxberichten in het geheugen bevinden.
(Zie Geavanceerde faxfuncties
wijzigen op pagina 57.)
Geavanceerde faxhandelingen (alleen zwart-wit)
Geavanceerde faxfuncties
wijzigen
9
Als er zich nog faxberichten in het geheugen
van de machine bevinden wanneer u de
geavanceerde faxfuncties wijzigt, verschijnen
de volgende vragen op het LCD-scherm:
Wis alle faxen?
JaiDruk op 1
NeeiDruk op 2
Tot. print fax?
JaiDruk op 1
NeeiDruk op 2
• Als u op 1 drukt, worden alle niet-
afgedrukte faxen gewist of afgedrukt
voordat de instelling wordt gewijzigd.
Als er al een reservekopie is afgedrukt,
wordt deze niet meer afgedrukt.
• Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of afgedrukt en
blijft de instelling ongewijzigd.
Als er zich nog faxberichten in het geheugen
van de machine bevinden wanneer u van
Ontvang PC Fax overschakelt op een
andere optie (Fax Doorzenden,
Fax Opslaan of Faxvooruitblik),
verschijnt de volgende vraag op het LCD-
scherm:
Fax i PC zenden?
JaiDruk op 1
NeeiDruk op 2
• Als u op 1 drukt, worden de faxen in het
geheugen naar de pc verzonden
voordat de instelling wordt gewijzigd.
• Als u op 2 drukt, worden de faxen in het
geheugen niet gewist of naar uw pc
overgebracht en blijft de instelling
ongewijzigd.
9
9
57