Als u problemen met de machine hebt
Als u vindt dat uw faxen er slecht uitzien, raden wij u aan om eerst een kopie te maken. Als de
kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met de machine te maken. Raadpleeg
de onderstaande tabel en volg de instructies.
In het Brother Solutions Center vindt u de nieuwste veelgestelde vragen en tips voor het oplossen
van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com.
Afdrukken
Probleem
Geen afdruk
Slechte afdrukkwaliteit
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De machine print blanco pagina's.
Teksten en regels staan over
elkaar heen.
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
104
Suggesties
Controleer of de interfacekabel of de draadloze verbinding goed is aangesloten
tussen de machine en de computer. (Zie de Installatiehandleiding.)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet
in de energiebesparende stand staat.
Een of meer inktpatronen zijn leeg. (Zie De inktcartridges
vervangen op pagina 115.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie
Foutmeldingen op pagina 97.)
Controleer of de juiste printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of de machine on line is. Klik op Start en vervolgens op Printers en
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-820CW en
controleer of Printer on line gebruiken is uitgeschakeld.
Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 110.)
Controleer of de instelling voor de papiersoort in het printerstuurprogramma of het
menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat u gebruikt. (Zie
hoofdstuk 1 of hoofdstuk 8 in de Softwarehandleiding op de cd-rom en Het type
papier instellen op pagina 21.)
Controleer of de uiterste verbruiksdatum van uw inktpatronen niet is verstreken.
De inkt kan opdrogen door de volgende oorzaken:
De uiterste gebruiksdatum die op de verpakking staat vermeld, is verstreken.
(Inktpatronen zijn in de originele verpakking maximaal twee jaar houdbaar.)
De inktpatroon bevindt zich al meer dan zes maanden in de machine.
De inktpatroon is vóór gebruik mogelijk niet goed opgeslagen geweest.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Over papier op pagina 12.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor de machine is tussen 20° C tot 33° C .
Reinig de printkoppen. (Zie De printkop reinigen op pagina 110.)
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Over papier op pagina 12.)
Als er horizontale lijnen verschijnen wanneer u normaal papier gebruikt, gebruik
dan de stand 'Normaal printen versneld' waardoor er op sommige types normaal
papier geen strepen ontstaan. Klik in het printerstuurprogramma op Instellingen
op het tabblad Normaal en schakel Normaal printen versneld in.
Als er horizontale lijnen blijven verschijnen, wijzig dan het geselecteerde type
papier in Langzaam drogend papier op het tabblad Normaal van het
printerstuurprogramma om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Reinig de printkoppen. (Zie De printkop reinigen op pagina 110.)
De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 111.)
Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst in de papierlade en dat de
papiergeleiders aan de zijkant en de achterkant goed staan afgesteld. (Zie Papier,
enveloppen en briefkaarten laden op pagina 16.)
B