Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Connectiviteit; Wireless Lan; Een Ad-Hoc Netwerk Opzetten; Kabelverbinding - Nokia 9500 Communicator Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 9500 Communicator:
Inhoudsopgave

Advertenties

19.

Connectiviteit

De communicator beschikt over verschillende connectiviteitstypen. U kunt gebruikmaken van draadloze
connectiviteitsmethoden zoals wireless LAN, Bluetooth of infrarood, maar ook van een USB-kabelverbinding (Universal Serial
Bus) voor PC Suite of IP-passthrough.

Wireless LAN

U kunt toegangspunten definiëren voor een wireless LAN ten behoeve van toepassingen waarvoor verbinding met internet is
vereist.
Zie 'Wireless LAN', p. 73.

Een ad-hoc netwerk opzetten

Met behulp van toepassingen van derden kunnen draadloze stations via ad-hoc netwerken rechtstreeks met elkaar
communiceren zonder toegangspunten voor wireless LAN's. Eén gebruiker zet het ad-hoc netwerk op, waarna andere gebruikers
zich op het netwerk kunnen aanmelden.
U moet voor het ad-hoc netwerk eerst een internettoegangspunt maken.
Een internettoegangspunt voor een ad-hoc netwerk maken
1. Selecteer
Bureaublad
2. Druk op Nieuw. U kunt desgewenst een bestaand toegangspunt gebruiken als basis voor het nieuwe toegangspunt.
3. Definieer de instellingen.
Naam internetinstellingen
Netwerk-id
— Selecteer de netwerk-ID op basis van het bestemmingsnetwerk waartoe u met het internettoegangspunt
toegang wilt. U kunt netwerk-ID's hernoemen en nieuwe netwerk-ID's maken. Met de juiste netwerk-ID zorgt u ervoor
dat het gegevensverkeer rechtstreeks naar het gewenste netwerk wordt doorgestuurd. Met name VPN-software (Virtual
Private Network) kan het gegevensverkeer voor een bepaald netwerk beperken.
Type internetinstellingen
Netwerkmodus
— Selecteer Ad-hoc.
Netwerknaam
— Geef het netwerk een naam.
Beveiligingsmodus
4. Als u
WEP
hebt geselecteerd als beveiligingsmodus, moet u ook deze instellingen configureren.
Index WEP-sleutel
— Selecteer een getal voor de WEP-sleutel.
Lengte WEP-sleutel
bits zich in de sleutel bevinden, des te hoger het beveiligingsniveau.
Type WEP-sleutel
— Selecteer of u de WEP-sleutelgegevens in hexadecimale notatie (HEX) of in tekstvorm (ASCII) wilt
invoeren.
Gegevens WEP-sleutel
sleutellengte die u hebt gekozen. Sleutels die bijvoorbeeld 40 bits lang zijn, bestaan uit 5 alfanumerieke tekens of uit 10
hexadecimale tekens.
5. Druk op
Voltooien
of
Gereed
moet configureren.
Zie 'Geavanceerde instellingen voor internettoegangspunten configureren', p. 79.

Kabelverbinding

U kunt de communicator aansluiten op een compatibele pc met behulp van een DKU-2 (USB)-kabel. Sluit de kabel aan op de
onderzijde van de communicator.
U kunt de kabel ook aansluiten via de bureaulader van de communicator. Als u de kabel aansluit via de bureaulader, moet de
connector van de kabel ondersteboven worden aangesloten.
U moet eerst het DKU-2-stuurprogramma op uw pc installeren om een kabelverbinding te kunnen gebruiken. Zie de cd-rom in
het verkooppakket of ga naar www.nokia.com voor meer informatie.

IP-passthrough

U kunt ook een kabel gebruiken voor IP-passthrough, waarbij de communicator gebruikmaakt van de internetverbinding van
een computer. U kunt IP-passthrough gebruiken net zoals een internettoegangspunt, bijvoorbeeld om te surfen of voor
synchronisatie op afstand.
U kunt IP-passthrough niet gelijktijdig met Nokia PC Suite gebruiken. Instellingen voor een kabelverbinding kunt u opgeven in
Config.scherm.
Zie 'Configuratie kabel', p. 74.
U kunt de modem niet activeren als u
verbinding
of
IP-pass. prioriteit boven PC-Suite
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved.
Extra
Config.scherm
>
>
— Geef de verbinding een duidelijke naam.
— Selecteer wireless LAN als verbindingstype.
— Selecteer
WEP
als u ter verificatie een WEP-sleutel (Wired Equivalent Privacy) wilt gebruiken.
— Selecteer de juiste sleutellengte. Ondersteunde sleutellengten zijn 40, 104 en 232 bits. Hoe meer
— Voer de WEP-sleutelgegevens in. Het aantal tekens dat u kunt invoeren, hangt af van de
nadat u alle instellingen hebt geconfigureerd. Druk op
Zie Fig. Toetsen en aansluitingen, p. 11.
IP-passthrough
zonder actieve IP-passthrough-verbinding.
en selecteer
Verbindingen
selecteert bij de instellingen voor een kabelverbinding. Gebruik
95
Instellen
internet.
>
Geavanc.
als u geavanceerde instellingen
PC Suite-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave