Menuopties
6. Geef zonodig de Bluetooth-PIN-code in die vereist
is voor het koppelen en druk op <OK>.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de
Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld zijn.
1. Als een niet-toegestaan Bluetooth-apparaat
gegevens naar uw telefoon zendt, kunt u op <Ja>
drukken om het apparaat toegang te geven tot uw
telefoon.
2. Druk op <Ja> om gegevens te ontvangen.
Beveiliging
(Menu 9.8)
Via dit menu kunt u de telefoon via verschillende
toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart
beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik.
Als u driemaal achterelkaar een onjuiste PIN/PIN2-
code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U
kunt deze blokkering opheffen door uw PUK/PUK2-
code in te voeren. Deze codes hebt u van uw
provider ontvangen.
96
Controle PIN-code
(Menu 9.8.1)
Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen
ongeoorloofd gebruik. Als deze functie aan staat, moet
u altijd uw PIN-code ingeven als u de telefoon aanzet.
PIN-code wijzigen
(Menu 9.8.2)
Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de
functie PIN-controle hebben ingeschakeld om de PIN-
code te kunnen wijzigen.
Telefoon vergrendelen
Met deze functie vergrendelt u de telefoon tegen
ongeoorloofd gebruik.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds
als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot
acht cijfers ingeven.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Ga
naar optie Wachtwoord wijzigen om dit te wijzigen.
(Menu 9.8.3)