5. FUNCTIEMODUS
De functie-instellingen maken het veranderen van verschillende parameters van de CL36 mogelijk.
1) BASISBEDIENING
Stap 1
Houd de knoppen METRONOME en SOUND SELECT gelijktijdig ingedrukt en druk daarbij een van de 10
toetsen die overeenkomt met de te veranderende functie.
De LED lampjes van de knoppen METRONOME en SOUND SELECT knipperen terwijl de veranderingen plaatsvinden.
¢ Wanneer een van de LED lampjes van de knoppen CONCERT MAGIC of LESSON aangaat, kan de functiemodus niet
worden gekozen.
Stap 2
Terwijl u de knoppen METRONOME en SOUND SELECT ingedrukt houdt, drukt u gelijktijdig een van de
toetsen‚- (off)' of ‚+ (on)', om de waarde van de gekozen functie te veranderen.
De onderste toets
Houd beide knoppen
ingedrukt
¢ Terwijl u de knoppen METRONOME en SOUND
SELECT ingedrukt houdt, kunt u andere functies kiezen
en elke waarde achtereenvolgens veranderen.
Stap 3
Om de functiemodus te verlaten laat u de knoppen METRONOME en SOUND SELECT los.
¢ Wanneer de CL36 wordt uitgeschakeld, worden alle functie-instellingen in de fabriekstoestand teruggezet. Deze vindt u
in onderstaande tabel.
TOUCH (AANSLAGGEVOELIGHEID)
TRANSPOSE (TRANSPONEREN)
TUNING (STEMMING)
REVERB (GALM)
DAMPER EFFECT (DEMPEREFFECT)
CONCERT MAGIC MODUS
MIDI CHANNEL SELECT (MIDI KANAAL KEUZE)
MIDI LOCAL CONTROL ON/OFF (LOKALE BESTURING AAN/UIT)
MULTI TIMBRAL MODE ON/OFF (MULTI-TIMBRAL MODUS AAN/UIT)
TRANSMIT MIDI PROGRAM CHANGE
(ZENDEN VAN MIDI PROGRAMMAWISSELGEGEVENS)
nummertoetsen
-
+
1
2
3
4
5
6
7
off
on
Voor een beter overzicht gebruikt u het
meegeleverde functie-etiket (pagina 8).
Functie
8
9
0
Fabrieksinstelling
normal
0
A4=440.0Hz
On (aan)
2 (normal)
Mode 1
1ch (kanaal 1)
On (aan)
Off (uit)
On (aan)
MIDI instellingen
Pagina
25
5