7.1
Voor het rijden
Alleen door het aanhouden van deze reinigings-
handleiding kan slijtage van onderdelen worden
verminderd, de levensduur worden verlengd en de
veiligheid worden gewaarborgd.
7.1.1
Afschermingen controleren
Tijdens transport of wanneer de pedelec buiten
wordt geparkeerd, kunnen de ketting- resp. riem-
beschermer, de spatborden en de motorafdekking
afbreken en verdwijnen.
Controleer of alle afschermingen nog
aanwezig zijn.
7.1.2
Frame controleren
Controleer het frame op scheuren,
vervormingen en lakschade.
Is er sprak van scheuren, vervormingen of
lakschade, neem dan de pedelec buiten
gebruik. Neem contact op met de dealer.
7.1.3
Vork controleren
Controleer de vork op scheuren,
vervormingen, aangelopen onderdelen,
vrijgekomen olie en lakschade. Kijk ook naar
delen aan de onderzijde die niet in het zicht
liggen.
Is er sprak van scheuren, vervormingen,
aangelopen onderdelen, vrijgekomen olie of
lakschade, neem dan de pedelec buiten
gebruik. Neem contact op met de dealer.
7.1.4
Achterbouwdemper controleren
Controleer de achterbouwdemper op
scheuren, vervormingen, aangelopen
onderdelen, vrijgekomen olie en lakschade.
Kijk ook naar delen aan de onderzijde die niet
in het zicht liggen.
Is er sprak van scheuren, vervormingen,
aangelopen onderdelen, vrijgekomen olie of
lakschade, neem dan de pedelec buiten
gebruik. Neem contact op met de dealer.
MY22B0a - 66_1.0_16.09.2021
7.1.5
Bagagedrager controleren
1 Houd de pedelec met één hand vast aan het
frame. Houd met de andere hand de
bagagedrager vast.
2 Controleer door de bagagedrager heen en
weer te bewegen of alle verbindingen goed
vast zitten.
Draai loszittende schroeven vast.
Zet loszittende manden permanent vast met
een klem of kabelbinders.
7.1.6
Spatborden controleren
1 Houd de pedelec met één hand vast aan het
frame. Houd met de andere hand het spatbord
vast.
2 Controleer door het spatbord heen en weer te
bewegen of alle verbindingen goed vast zitten.
Draai loszittende schroeven vast.
7.1.7
Rechte loop van het wiel controleren
Til achtereenvolgens het voor- en het
achterwiel op. Laat het wiel draaien.
Loopt het wiel schuin of zit het los, neem dan
de pedelec buiten gebruik. Neem contact op
met de dealer.
7.1.8
Snelspanners controleren
Controleer of alle snelspanners zich in hun
volledig gesloten eindstand bevinden.
Bevindt een snelspanner zich niet volledig in
de gesloten eindstand, open dan de
snelspanner en zet hem in de eindstand.
Kan de snelspanner niet volledig in de
eindstand worden gezet, neem dan de pedelec
buiten gebruik. Neem contact op met de
dealer.
7.1.9
Verende zadelpen controleren
Laat de verende zadelpen in- en uitveren.
Treden bij het in- en uitveren ongewone
geluiden op veert de zadelpen niet terug, neem
dan de pedelec buiten gebruik. Neem contact
op met de dealer.
Reinigen en onderhouden
135