Functies van de bedieningselementen en beeldschermen
AANWIJZING
Programmeert
oetsen
(pijltjestoetsen)
26
10 Pauze (groen)
De knipperende led duidt de geactiveerde pauze aan.
11 SERVICE (geel)
De gele led duidt het einde van het onderhoudsinterval aan.
12 Alarm (rood)
Toont een functiestoring/storingsmelding of
waarschuwingsmelding.
Behandeling van storings-/waarschuwingsmeldingen
Verhelp de oorzaak van de storing en annuleer
de melding met de "claxon"-knop
Bedieningselementen en functietoetsen
Functietoetsen
Met de knop "Hand"
analyse
Met de knop "PAUZE"
de stand-by-modus. (Er worden geen automatische
analyses uitgevoerd: meetstop). Een lopende analyse
wordt echter niet onderbroken. Het apparaat schakelt
pas aan het einde van de analyse over in de pauze-
modus.
Met de knop "Claxon"
waarschuwingsmeldingen
Met de toets "M"
voor gebruikersspecifieke en apparaatspecifieke
instellingen
Met de "i"-toets
apparaatinformatie en -instellingen
start u handmatig een
schakelt u het apparaat in
annuleert u de storings- en
opent u de programmeermodus
opent u het scherm met alle