2. Voorbereiding
2.1 De batterijen plaatsen/
vervangen
1.
Verwijder het klepje van het
batterijvak.
2.
Plaats vier "AA"-batterijen
zoals aangegeven in het batterijvak en plaats het klepje
terug.
Opmerkingen:
• Als het symbool voor laag batterijvermogen (
en vervang beide batterijen tegelijk.
• De metingen blijven in het geheugen staan, ook als de batterijen zijn vervangen.
Afvoer en verwerking van gebruikte batterijen dient plaats te vinden overeenkomstig
de nationale regelgeving hiervoor.
4
) op de display wordt weergegeven, schakel dan de eenheid uit