3. Het apparaat gebruiken
• Uw bloeddrukmeter heeft ook een functie voor onregelmatige hartslag. Een onregelmatige
hartslag kan de resultaten van de meting beïnvloeden. Het algoritme voor onregelmatige
hartslag bepaalt automatisch of de meting bruikbaar is of moet worden herhaald. Als de
meetresultaten zijn beïnvloed door een onregelmatige hartslag, maar het resultaat wel gel-
dig is, wordt het resultaat weergegeven met het symbool voor onregelmatige hartslag
(
). Als de onregelmatige hartslag voor een ongeldige meting zorgt, wordt er geen
resultaat weergegeven. Als het symbool voor onregelmatige hartslag (
geven nadat u de meting hebt verricht, moet de meting worden herhaald. Als het symbool
voor onregelmatige hartslag (
hoogte stellen.
• Als u tijdens de meting beweegt, wordt het symbool voor bewegingsfout (
weergegeven op het display. Blijf stil zitten en herhaal de meting.
) vaak wordt weergegeven, moet u uw arts hiervan op de
) wordt weerge-
)
NL
11