4. Pas de papiergeleiders aan de lengte en de breedte van de enveloppen aan.
5. Open de printereigenschappen (of de voorkeursinstellingen voor afdrukken in
Niet alle printerfuncties zijn beschikbaar in alle drivers of besturingssystemen. Raadpleeg de
Opmerking
Help voor de printereigenschappen (driver) voor informatie over de beschikbare functies
voor deze driver.
6. Selecteer Envelop als materiaalsoort op het tabblad Papier/kwaliteit (het tabblad
7. Sluit de klep van de invoerlade.
8. Druk de enveloppen af.
NLWW
Windows 2000 en XP). Zie
Papiersoort/kwaliteit in bepaalde Mac-drivers).
Printereigenschappen (driver)
voor instructies.
Meerdere enveloppen afdrukken
39