Inleiding
Gebruik de probleemoplossingsinformatie als hulp bij het oplossen van problemen.
OPMERKING:
printer zijn ingeschakeld, drukt u een configuratiepagina af vanuit het bedieningspaneel van de printer.
OPMERKING:
printerfirmware bij. Ga voor het updaten van de printerfirmware naar http://support.hp.com, zoek uw
printer op en zoek vervolgens op 'firmware updaten'.
Controlelijst draadloze verbinding
Gebruik de controlelijst om problemen met de draadloze verbinding op te lossen.
Controleer of de netwerkkabel niet is aangesloten op een printer die niet gelijktijdig bekabeld en
●
draadloze verbindingen ondersteund.
Controleer of de printer en de draadloze router zijn ingeschakeld en van stroom worden voorzien.
●
Controleer ook of de draadloze zender van de printer is ingeschakeld. (Het lampje van het
draadloze netwerk brandt wanneer de printer is aangesloten op een draadloos netwerk, en
knippert wanneer de printer op zoek is naar een draadloos netwerk.)
Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is:
●
Controleer of uw mobiele toestel verbinding maakt met de juiste router/het juiste
–
toegangspunt voor een draadloze verbinding met uw netwerk.
Voor een verbinding via Wi-Fi Direct, drukt u een configuratiepagina af om de SSID van de
–
printer te bepalen.
Voer de draadloze installatie opnieuw uit als u niet zeker weet of de naam van het draadloze
netwerk (SSID) juist is.
Bij beveiligde netwerken controleert u of de beveiligingsinformatie juist is. Voer de draadloze
●
installatie opnieuw uit als de beveiligingsinformatie niet juist is.
Probeer toegang te krijgen tot andere computers op het draadloos netwerk als het draadloos
●
netwerk niet goed functioneert. Probeer verbinding te maken met internet via een draadloze
verbinding als het netwerk toegang heeft tot internet.
De coderingsmethode (AES of TKIP) voor de printer is hetzelfde als die voor het draadloze
●
toegangspunt (op netwerken met WPA-beveiliging).
Controleer of de printer zich binnen het bereik van het draadloze netwerk bevindt. Bij de meeste
●
netwerken dient de printer zich binnen 30 m van het draadloze toegangspunt (draadloze router) te
bevinden.
Zorg dat het draadloze signaal niet wordt geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen
●
objecten tussen het toegangspunt en de printer. Controleer of er geen pilaren, muren of
draagbalken van metaal of beton tussen de printer en het draadloos toegangspunt staan.
Zorg dat de printer niet in de buurt staat van elektronische apparaten die het draadloze signaal
●
kunnen storen. Apparaten die het draadloos signaal kunnen storen, zijn onder andere motoren,
draadloze telefoons, beveiligingscamera's, andere draadloze netwerken en bepaalde Bluetooth-
apparaten.
Voor computers die zijn verbonden met de draadloze printer:
●
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
208
Om te bepalen of HP NFC, Wi-Fi, BLE en andere draadloze afdrukmogelijkheden op uw
Als de netwerkverbinding met tussenpozen wordt verbroken, werk dan eerst de