2.
Open de scannerklep.
3.
Reinig de scannerglasplaat (1) en de stroken voor documentinvoer (2, 3) met een zachte doek of
spons die is bevochtigd met een niet-agressief reinigingsmiddel.
3
2
VOORZICHTIG:
Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammonia, ethylalcohol of
tetrachloorkoolstof op enig deel van de printer. Deze kunnen het apparaat beschadigen. Spuit
geen vloeistof direct op de glasplaat of achterplaat. Ze kunnen in de printer lekken en deze
beschadigen.
OPMERKING:
Als u last hebt van strepen op de kopieën wanneer u de documentinvoer gebruikt,
maak dan de kleine glasstroken aan de linkerkant van de scanner schoon (2, 3).
Controleren of er geen vuil of vlekken op de glasplaat van de scanner zitten
1
203