23.5 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡ Het apparaat is stekkerklaar en mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een correct geïnstalleerd ge-
aard stopcontact.
¡ Het aanleggen van een contactdoos mag alleen
door een erkend vakman, met inachtneming van de
geldende voorschriften, worden uitgevoerd.
¡ De zekering dient minstens 10 Ampère (L- of B-au-
tomaat) te bedragen. De netspanning dient overeen
te komen met de spanning die op het typeplaatje is
aangegeven.
¡ Het apparaat mag alleen met de meegeleverde aan-
sluitkabel worden aangesloten.
¡ De aansluitkabel moet op de achterkant van het ap-
paraat worden aangesloten.
¡ Aansluitleidingen met verschillende stekkertypen zijn
verkrijgbaar bij de servicedienst.
¡ Wanneer de stekker na het inbouwen niet meer toe-
gankelijk is, moet een alpolige schakelaar met een
contactafstand van minstens 3 mm worden geïnstal-
leerd.
23.6 Apparaatcombinaties
Bij de combinatie met andere apparaten op het volgen-
de letten.
Het apparaat niet inbouwen boven een stomer, een
combi-stoomoven of een afwasautomaat.
23.7 Inbouw in bovenkast
Neem de inbouwafmetingen en de veiligheidsafstanden
in de hoge kast in acht.
Het apparaat slechts zo hoog inbouwen, dat de acces-
soires er zonder probleem uitgehaald kunnen worden.
Verwijder de voetjes.
23.8 Inbouw in een hoge kast
Neem de inbouwafmetingen en de veiligheidsafstanden
in de hoge kast in acht.
Het apparaat slechts zo hoog inbouwen, dat de acces-
soires er zonder probleem uitgehaald kunnen worden.
De stelvoeten instellen.
23.9 Apparaat inbouwen
Schuif het apparaat er helemaal in.
1.
De aansluitkabel niet knikken, inklemmen of over
scherpe randen leiden.
Het apparaat horizontaal en centraal uitlijnen.
2.
Het apparaat met de waterpas exact horizontaal
3.
stellen.
De apparaatdeur openen.
4.
Het apparaat op het meubel met de schroeven te-
5.
genover de scharnierzijde vastschroeven.
Montagehandleiding nl
31