Fotograferen met basisfuncties
De fotografeerstanden gebruiken
De fotografeerstand selecteren
Draai de functieknop om de fotografeerstand in te
stellen op de indicatie.
• Na selectie van \, O , p, P, r of ' selecteert u
de submodus.
Lijst van fotografeerstanden
• De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in
Opnamemodus
A (stand iAUTO)
P (stand Programma)
M (stand Handmatig)
\ (Creatieve filter)
O (Sceneprogr.)
' (Nachtopname)
24 NL
Submodus
Pop-art/Soft-focus/Bleke/lichte kleur/
Korrelige film/Pinhole/Diorama/
Dramatische toon
B Portret/e e-Portret/F Landschap/
1 Intervalopname/C Sport/
2 Binnenshuis/3 Zelfportret/
` Zonsondergang/_ Keuken/
^ Documenten/g Strand & Sneeuw/
I Super macro/E Backlight HDR
U Avond+Portret/G Avondscene/
X Vuurwerk/i Starlight/
# Live Composiet
.
–
–
–
Blz. 26
Blz. 10
Blz. 27
Blz. 31
Blz. 28
Blz. 32