Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup gebruiken
Systeemapparaten beveiligen
Vanuit de menu's Voot Options (Opstartopties) en Port Options (Poortopties) in Computer Setup kunt
u apparaten in het systeem aan- en uitzetten.
U kunt als volgt systeemapparaten uit- en weer inschakelen in Computer Setup:
1.
Open Computer Setup door de computer aan te zetten of opnieuw op te starten en vervolgens op
f10
te drukken terwijl het bericht "F10 = ROM Based Setup" (F10 = ROM-hulpprogramma
instellingen) linksonder op het scherm verschijnt.
2.
Selecteer met de pijltoetsen System Configuration (Systeemconfiguratie) > Boot Options
(Opstartopties) of System Configuration (Systeemconfiguratie) > Port Options
(Poortopties). Druk daarna op
3.
Druk op
4.
Als u uw voorkeuren wilt opslaan selecteert u met de pijltoetsen File (Bestand) > Save changes
and exit (Wijzigingen opslaan en programma verlaten). Volg daarna de instructies op het
scherm.
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
Strenge beveiliging gebruiken in Computer Setup
VOORZICHTIG:
van de smartcard en bewaar deze informatie uit de buurt van uw computer om te voorkomen dat deze
permanent onbruikbaar wordt. Zonder deze wachtwoorden of de pincode kan de computer niet worden
ontgrendeld.
De strenge beveiligingsfunctie verbetert de opstartbeveiliging door de gebruiker te verplichten zich aan
te melden met het door u ingestelde instelwachtwoord, opstartwachtwoord of de pincode van de
smartcard voordat hij of zij toegang krijgt tot het systeem.
f10
om uw voorkeuren te bevestigen.
Noteer het door u ingestelde instelwachtwoord, opstartwachtwoord of de pincode
enter
en selecteer met de pijltoetsen de gewenste opties.
Beveiligingsvoorzieningen van Computer Setup gebruiken
63