●
Sharpness (Scherpte): regelt de definitie van randen in een beeld. Een hogere instelling voor
scherpte zorgt voor een sterker gedefinieerd beeld. Een lagere instelling voor scherpte zorgt voor
een zachter beeld.
●
Gamma (Kleurgamma): regelt het contrast dat van invloed is op de middelste grijswaarden of
middentonen van het beeld. Met deze optie kunt u de helderheid van de middelste grijswaarden
en middentonen instellen, zonder de donkere en lichte plekken drastisch aan te passen. Een lagere
instelling voor gamma zorgt ervoor dat grijstinten in de richting van zwart gaan en donkere kleuren
nog donkerder worden.
Voor meer informatie over het gebruik van de webcam selecteert u Start > Help en ondersteuning.
50
Hoofdstuk 4 Multimedia