Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie
of als dergelijke functies op de achtergrond worden
uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van
de batterij af.
Als het apparaat is vergrendeld, kunt u de Bluetooth-
connectiviteit niet gebruiken. Zie 'Beveiliging' op pag. 112
voor meer informatie over het vergrendelen van apparaten.
Instellingen voor Bluetooth-
verbindingen
Druk op
en selecteer
Connect.
u de toepassing de eerste keer opent, wordt u gevraagd
een naam te definiëren voor het apparaat. Nadat u een
Bluetooth-verbinding hebt ingesteld en
tel.
hebt ingesteld op Waarneembaar, is het apparaat
zichtbaar voor andere apparaten met Bluetooth-
technologie.
Selecteer een van de volgende opties:
Bluetooth
- Selecteer
Aan
verbinding met een ander compatibel apparaat wilt maken,
stelt u de Bluetooth-connectiviteit eerst in op
maakt u vervolgens verbinding.
> Bluetooth. Wanneer
Waarneembrh.
of Uit. Als u een draadloze
Aan
en
Waarneembrh. tel.
- Als u
Waarneembaar
het apparaat worden gevonden door andere Bluetooth-
apparaten. Selecteer
Verborgen
dat de telefoon door andere apparaten wordt gevonden.
Naam van mijn telef.
- Bewerk de naam van het apparaat.
Beveiligingstips
Als u niet met Bluetooth wilt werken, stelt u Bluetooth in
op
Uit
of selecteert u
Waarneembrh. tel.
Pas geen paarvorming toe op een onbekend apparaat.
Gegevens verzenden via een
Bluetooth-verbinding
Er kunnen verschillende Bluetooth-verbindingen tegelijk
actief zijn. Als u bijvoorbeeld verbonden bent met een
hoofdtelefoon, kunt u tegelijkertijd ook bestanden
uitwisselen met een ander compatibel apparaat.
Symbolen voor Bluetooth-verbindingen
• Als
wordt weergegeven in de standby-modus,
is er een Bluetooth-verbinding actief.
• Als
knippert, wordt geprobeerd verbinding te
maken met het andere apparaat.
• Als
continu wordt weergegeven, is de Bluetooth-
verbinding actief.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
selecteert, kan
als u wilt voorkomen
> Verborgen.
95