Toegangspunt
- U moet de naam van het toegangspunt
invullen als u het apparaat wilt gebruiken als
pakketgegevensmodem voor de computer.
Configuraties
U ontvangt mogelijk vertrouwensinstellingen voor de
server van de netwerkoperator of serviceprovider in
een configuratiebericht. De instellingen kunnen ook
zijn opgeslagen op de SIM- of USIM-kaart. U kunt
deze instellingen opslaan op het apparaat en bekijken
of verwijderen in Configuraties.
Datum en tijd
Zie 'Klokinstellingen' op pag. 14.
Zie ook de taalinstellingen in 'Algemeen' op pag. 106.
Beveiliging
Telefoon en SIM
PIN-code vragen
inschakeling van het apparaat altijd eerst de PIN-code
opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige
SIM-kaarten niet kunt uitschakelen. Zie 'Uitleg van PIN-
en blokkeringscodes' op pag. 113.
112
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
- Als deze optie actief is, moet u bij
PIN-code,
PIN2-code
en
Blokkeringscode
blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code wijzigen.
Deze codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Zie 'Uitleg van PIN- en blokkeringscodes' op pag. 113.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van
de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het
alarmnummer kiest.
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
Periode autom. blok.
- U kunt een time-out instellen
waarna het apparaat automatisch wordt vergrendeld. Met
de juiste blokkeringscode kunt u de telefoon ontgrendelen.
Geef het aantal minuten voor de time-out op of selecteer
Geen
als u de automatische blokkering wilt uitzetten.
Voer de blokkeringscode in om het apparaat te
ontgrendelen.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk
nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Tip! U kunt het apparaat handmatig vergrendelen
door op
te drukken. Er wordt een lijst met
opdrachten weergegeven. Selecteer
- U kunt de
Blokkeer
telefoon.