Gebruik
Controleer vóór het starten
navolgende punten:
• Motoroliepeil.
• Koelvloeistofniveau.
• Buitenboordwaterkraan open.
• Hoofdschakelaar '
'.
aan
• Keerkoppeling in stand '
Na reparatiewerkzaamheden:
Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen
gemonteerd zijn en of alle gereedschap-
pen van de motor verwijderd zijn.
Bij het starten met gloeien geen extra
start hulpen toepassen (b.v. inspuiten met
snelstart). Dit kan tot ongevallen leiden.
16
de
altijd
keerkoppeling
achteruit
'.
neutraal
gas
achteruit
VD00111
Voorbereiding starten
Controleer alvorens de motor te starten
altijd of de bedieningshandel(s) in stand
neutraal staat(staan).
neutraal
keerkoppeling
vooruit
gas
vooruit
Start nooit de motor als de
brandstofinjectiepomp ver-
wijderd is. Neem de accu-
verbindingen los.
half gas,
keerkoppeling
niet ingeschakeld
VD00112
Zet de bedieningshandel in de stand 'half
gas' zonder de keerkoppeling in te scha-
kelen.
Starten